Let op bij een onzakelijke familielening! (FBN 2024/52)
20-01-2025 | Categorie: Literatuur
Mr. R.E. Zwier
In het onzakelijke lening- en schenkingarrest besliste de Hoge Raad over de fiscale gevolgen van het verstrekken of kwijtschelden van een (indirecte) onzakelijke lening voor de Successiewet. Uitkomst: een onzakelijke lening is (op één uitzondering na) geen gift van de hoofdsom, noch bij verstrekken, noch bij kwijtschelden. Het verstrekken van een onzakelijke lening is wel een gift van het rentevoordeel (genotsrecht). Het is dus opletten geblazen met familieleningen die ‘onzakelijk’ zijn. Daarin zit een gift besloten, die mogelijk tot heffing leidt.
Bij het direct of indirect verstrekken van leningen in de familiesfeer is het oppassen geblazen. Als de debiteur zelf weinig vermogen heeft en weinig betalingscapaciteit is de kans groot dat het een onzakelijke lening is en dan is er een gift waarbij de gebruikelijke systematiek van laagrentende leningen wordt toegepast. De aanpak in de Successiewet verschilt van de vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting. Laatstgenoemden richten zich op de hoofdsom en de aftrek van kosten (downside), niet op het rendement. Voor de Successiewet geldt het omgekeerde, geen gift van de hoofdsom maar juist van het rendement (upside).
Het arrest laat in de uitwerking nog vragen open, met name over de houdbaarheid van de forfaitaire waardering. Het kritisch bezien van het gebruik van de forfaits in het licht van deze problematiek lijkt gewenst.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel FBN 2024/52.
Naar literatuur overzicht