Verrekening van eerder geheven erfbelasting bij tweede verkrijging uit dezelfde nalatenschap (WPNR 2024/7479)
19-11-2024 | Categorie: Literatuur
L.I. Ehrencron
In de Successiewet kan op verschillende wijzen tweemaal (en op verschillende momenten) worden verkregen krachtens erfrecht. De vraag is vervolgens hoe de erfbelasting berekend moet worden bij de tweede verkrijging. In 2013 heeft de Hoge Raad hierover arrest gewezen. De door hem gehanteerde verrekeningsmethode is echter niet onomstreden, omdat er een gat in de heffing ontstaat.
De auteur bespreekt de verschillende manieren van verrekening van eerder geheven erfbelasting in het geval dat er meerdere keren uit dezelfde nalatenschap wordt verkregen. Naar zijn mening doen de verrekeningsmethode inzake hantering van opeenvolgende tarieven en de verrekeningsmethode van de evenredige omslagmethode het meest recht aan de door hem geformuleerde uitgangspunten. Echter, voor beide methodes is een wetswijziging vereist. Voor de eerstgenoemde vanwege het feit dat dit niet de methode is die naar huidig recht wordt gevolgd. Voor de laatste methode is een wetswijziging vereist, omdat de in die methode gehanteerde navordering veelal niet mogelijk zal zijn, vanwege het verloop van de vijfjaarstermijn uit de AWR. Deze methode zou ook vormgegeven kunnen worden door middel van een bevoegdheid tot bijheffing in de aanslag van de nadere verkrijging. Hoewel zowel beide methodes voldoen aan het geformuleerde toetsingskader, heeft de eerstgenoemde methode vanwege praktische redenen de voorkeur van de auteur.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel WPNR 2024/7479.
Naar literatuur overzicht