Box 3: de Hoge Raad interpreteert het begrip ‘reëel rendement’ (FTV 2024/20)
26-08-2024 | Categorie: Literatuur
Prof. dr. mr. R.E.C.M. Niessen
Een bijdrage over praktische, constitutionele en verdragsrechtelijke problemen die de juni-arresten van de Hoge Raad over box 3 oproepen. Heeft de Hoge Raad zich in een wespennest begeven? Op 6 en 14 juni 2024 heeft de Hoge Raad nieuwe arresten gewezen over de toepassing van box 3: de vermogensrendementsheffing in de inkomstenbelasting, in het bijzonder ten aanzien van de inmiddels uitgevaardigde overgangs- en herstelwetgeving. Of deze arresten, waarnaar lang werd uitgezien, de gehoopte ordening en opluchting zullen brengen, wordt links en rechts door criticasters in twijfel getrokken. In dit artikel benoemt de auteur enkele praktische, constitutionele en vooral verdragsrechtelijke problemen die de arresten oproepen. Hij gaat eerst kort in op de praktische problemen. Alhoewel deze al zeer belangrijk zijn, richt hij zich verder op de meer principiële juridische knelpunten.
Enerzijds is het de vraag of het wenselijk is dat de cassatierechter de grens tussen geschilbeslechting en wetgeving test, en anderzijds zijn de uitvoeringsproblemen voor contribuabelen en fiscus ingrijpend. Deze problemen kunnen echter niet alleen de rechter worden aangewreven maar ook de wetgever, die al jarenlang draalt met een sluitende oplossing voor het vraagstuk.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel FTV 2024/20.
Naar literatuur overzicht