Estate Planning Expert
 

ACTUEEL
19-11-2024 - Verrekening van eerder geheven erfbelasting bij tweede verkrijging uit dezelfde nalatenschap (WPNR 2024/7479)
13-11-2024 - Hof Amsterdam 29 oktober 2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:2990

Partners en familierelaties in de Successiewet: van kind naar partner en weer terug (FBN 2024/30)

LinkedIn
29-07-2024 | Categorie: Literatuur

Mr. R.D. de Jong

Onlangs verscheen een kennisgroepstandpunt van de Belastingdienst over het toepasselijke tarief en vrijstelling bij een verkrijging door een kind van de partner van diens ouder. Met behulp van redelijke wetstoepassing komt de kennisgroep tot het gewenste resultaat, maar daarmee wordt vooral opnieuw blootgelegd hoezeer de wettelijke regeling tekortschiet.
Tijdens het wetgevingsproces van de wijziging van de Successiewet per 1 januari 2010 is bij amendement een bepaling in art. 19 lid 1 onderdeel a SW opgenomen met de bedoeling om ‘stiefkinderen’ van samenwonende partners op dezelfde wijze te behandelen als stiefkinderen van gehuwden. Het zou vreemd zijn om deze gelijke behandeling toch te ontzeggen omdat de begrippen in de Successiewet niet op elkaar aansluiten. Dat in deze casus van de kennisgroep sprake is van samenwonende zussen in plaats van samenwonende partners zonder familierelatie, mag de uitkomst niet anders maken.
In het standpunt wordt buiten beschouwing gelaten of de zussen een notarieel samenlevingscontract met wederzijdse zorgverplichting hebben, of dat zij kwalificeren als partners omdat zij tot het tijdstip van het overlijden of de schenking gedurende een onafgebroken periode van ten minste vijf jaar staan ingeschreven op hetzelfde woonadres in de Basisregistratie Personen. Op beide manieren kunnen zij kwalificeren als partners voor de Successiewet, maar doorredenerend in de casus van de kennisgroep, dan blijkt dat het wel degelijk een verschil kan maken. Mogelijk voldoen ook de partner van de moeder en het kind aan de voorwaarden om te worden aangemerkt als elkaars partner, zodat het bepaalde in art. 1a lid 1 onderdeel e SW tot gevolg heeft dat geen van de drie personen nog elkaars partner kunnen zijn. Dan is er namelijk sprake van een ‘verboden’ meerrelatie. Met het kind kan dat uiteraard wel alleen als het inwonende kind meerderjarig is. Uit een brief van 6 juni 2011 blijkt dat de staatssecretaris van Financiën uitdrukkelijk van mening is dat de bedoelde vijfjaarstermijn pas kan aanvangen nadat de beide personen meerderjarig zijn, maar onduidelijk is waarop dat is gebaseerd.
Gelukkig verscheen onlangs ook het kennisgroepstandpunt over een samenlevingscontract in een meerrelatie. De conclusie daarin is dat als drie (of meer) meerderjarige personen meer dan vijf jaar samenwonen en twee personen een notarieel samenlevingscontract (met wederzijdse zorgverplichting) hebben gesloten, die twee personen dan voor de Successiewet als elkaars partners worden aangemerkt. Maar stel nu dat de moeder komt te overlijden. Wat is dan vanuit het oogpunt van de Successiewet de status van de relatie tussen de partner van de moeder en het kind?

Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel FBN 2024/30.

Naar literatuur overzicht


Naar boven

Wilt u beter adviseren over estate planning?
Meld u dan vandaag nog aan voor de meerdaagse opleiding Estate Planning Specialist

Uitgebreide Modellen Levenstestamenten
Completer dan ieder ander model, inclusief toelichting voor de levenstestateur

Kent u onze Estate Planning Tools al?
De meest geavanceerde reken- en datatoepassingen op de Nederlandse markt

Gebruiksvriendelijke Modellen Testamenten
Altijd up-to-date en inclusief een uitgebreide en heldere toelichting voor de testateur

Uniek in de markt: Aangifte Erfbelasting
Om op snelle, efficiënte en veilige wijze digitaal aangifte erfbelasting te kunnen doen

Twitter Linkedin