De bestuurder krachtens levenstestament: toegestaan of niet? (JBN 2024/28)
27-05-2024 | Categorie: Literatuur
Mr. P.M.J.H. ten Broecke
Recent heeft de Ondernemingskamer geoordeeld dat een statutaire beletregeling niet kan worden omzeild met een levenstestament. Deze uitspraak roept de vraag op of het levenstestament wel geschikt is om voorzieningen te treffen voor de situatie dat de bestuurder van een rechtspersoon wilsonbekwaam wordt. Aan het slot van dit artikel gaat de auteur in op de implicaties van de onderhavige uitspraak voor het KNB-model levenstestament.
De statuten van de nv en bv bevatten (verplicht) een regeling voor de ontstentenis of het belet van alle bestuurders. De wet schrijft niet voor hoe deze regeling eruit moet zien; op dit punt bestaat dus een grote mate van vrijheid. In de onderhavige casus hield de statutaire beletregeling in dat de algemene vergadering van aandeelhouders een persoon aanwijst die tijdelijk met het bestuur van de vennootschap is belast. Deze regeling kan, naar het oordeel van de Ondernemingskamer, niet worden omzeild met een levenstestament. Is het de bedoeling dat de vertegenwoordiger van de levenstestateur de bestuurstaak overneemt, dan zal daarvoor de vennootschapsrechtelijke weg moeten worden bewandeld.
Volgens de auteur is het ook mogelijk om in de statuten te bepalen dat de in een levenstestament aangewezen vertegenwoordiger in situaties van ontstentenis of belet optreedt als vervanger. De wettekst verzet zich niet tegen een dergelijke regeling. Alsdan is geen sprake van vervulling van de bestuurstaak krachtens levenstestament, maar op grond van de statutaire regeling. De toepasselijkheid van de ontstentenis- en beletregeling heeft uit haar aard wel slechts een tijdelijk karakter. Als de situatie van ontstentenis of belet te lang voortduurt, zal een opvolgend bestuurder moeten worden benoemd.
Vanwege het persoonlijk karakter van de bestuurstaak staat de literatuur terughoudend tegenover het verlenen van een stemvolmacht door bestuurders. De heersende gedachte lijkt te zijn dat daarvoor slechts beperkte ruimte bestaat. Of het verlenen van een stemvolmacht door een bestuurder geoorloofd is, moet volgens de auteur worden beoordeeld aan de hand van de omstandigheden van het geval. Zo is volmachtverlening in principe mogelijk als dit wordt toegestaan door het orgaan dat beslist over de samenstelling van het bestuur. In voorkomende gevallen zal een cumulatie van de omstandigheden tot de conclusie leiden dat de bestuurder op onbehoorlijke wijze omspringt met zijn bestuurstaak. Steeds zal moeten worden beoordeeld of de volmachtverlening past binnen het raamwerk van de bestuurlijke taakopdracht.
In de onderhavige casus had de volmachtverlening betrekking op de gehele bestuurstaak, en niet enkel op het stemrecht van de bestuurder in de bestuursvergadering. De vraag is of een dergelijke volmachtverlening krachtens levenstestament is toegestaan. De bestuurder die een volmacht verleent voor de situatie dat hij zijn wil niet langer kan bepalen en niet langer in staat is om zelf beslissingen te nemen, zal waarschijnlijk ook niet kunnen beoordelen of zijn vertegenwoordiger op behoorlijke wijze handelt. De vertegenwoordiging heeft geen incidenteel karakter: de bestuurstaak wordt feitelijk overgedaan aan de vertegenwoordiger. Vanwege zijn geestelijke toestand zal de bestuurder niet kunnen ingrijpen als de rechtspersoon door de vertegenwoordiger wordt benadeeld, of als het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming om een andere reden gevaar loopt. De auteur acht dit ontoelaatbaar en meen dat een dergelijke volmachtverlening niet is toegestaan. Gelet op al het voorgaande meent de auteur dat het in het KNB-model gekozen uitgangspunt, dat de bestuurder van een rechtspersoon zich zonder meer krachtens levenstestament kan laten vertegenwoordigen, onjuist is. De onderhavige uitspraak laat zien waartoe een dergelijke volmachtverlening kan leiden. Duidelijk is dat het levenstestament niet geschikt is om te voorzien in de continuïteit van het bestuur van een rechtspersoon.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel JBN 2024/28.
In onze toepassing Modellen Levenstestamenten zijn drie varianten van het Levenstestament voor de ondernemer opgenomen: eenmanszaak, BV zonder holding en BV met holding. In de laatste twee modellen ziet de bijzondere volmacht op de aandeelhoudersrechten van de ondernemer (in zijn holding). Voor zijn functie als bestuurder geldt immers (zie ook bovenstaand artikel) de beletregeling in de statuten.
Naar literatuur overzicht