Estate Planning Expert
 

ACTUEEL
19-11-2024 - Verrekening van eerder geheven erfbelasting bij tweede verkrijging uit dezelfde nalatenschap (WPNR 2024/7479)
13-11-2024 - Hof Amsterdam 29 oktober 2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:2990

Nog zeker niet dood (FBN 2024/7)

LinkedIn
18-04-2024 | Categorie: Literatuur

Prof. mr. dr. B.M.E.M. Schols

Voor de notariële praktijk werd op 16 februari 2024 ongetwijfeld een van de meest spectaculaire notariële arresten van de eeuw gewezen en wel over de zogeheten ‘breukdelengemeenschap’. De belangrijkste rechtsvraag is of fraus legis van toepassing is op de overeengekomen huwelijksvermogensrechtelijke rechtsfiguur. De auteur besteedt in dat kader in deze bijdrage ook aandacht aan de fraus legis jurisprudentie voor de overdrachtsbelasting.
Centraal staat in deze procedure de vraag wat de gevolgen zijn van de invoering van de civielrechtelijke rechtsfiguur ‘breukdelengemeenschap’ voor de schenk- en erfbelasting en in hoeverre het leerstuk fraus legis in dit geval van toepassing kan zijn. Meer concreet is de eerste vraag in hoeverre het aangaan van een huwelijksgemeenschap met ongelijke delen een schenking of beter een gift inhoudt. De tweede vraag is in hoeverre fictiebepalingen van toepassing kunnen zijn op de breukdelengemeenschap. En last but not least de meest spannende ofwel de derde vraag: in hoeverre kan het leerstuk fraus legis van toepassing zijn nu erflater op het moment van het aangaan van de huwelijkse voorwaarden ‘al jarenlang ernstig ziek was’ en binnen een paar maanden kwam te overlijden.
Dat boedelmenging als zodanig geen gift is, is niets nieuws, er is immers geen sprake van een voltooide ‘eenzijdige vermogensverschuiving’. De hamvraag is echter of deze arresten ook op deze breukdelencasus mogen worden toegepast. Eerlijk zullen we alles breukdelen, jij veel meer dan ik, is dus uitdrukkelijk ook geen schenken. Dit biedt voor de praktijk vele mogelijkheden, niet alleen voor de schenkbelasting maar uiteraard ook voor de overdrachtsbelasting.
In art. 11 SW is een belangrijke fictie opgenomen met betrekking tot de in de praktijk belangrijke rechtsfiguur van het verblijvingsbeding. De Hoge Raad wijst erop dat vóór 2010 de fictie van art. 11 lid 2 SW niet gold voor bedingen in huwelijkse voorwaarden en dat niet blijkt dat de wetgever daarna een wijziging heeft beoogd. De aparte regeling voor huwelijkse voorwaarden stond destijds in art. 7 SW, thans in art. 11 lid 4 SW. Dan is nog van groot belang dat de Hoge Raad aangeeft dat art. 11 lid 4 SW ook van toepassing kan zijn als een beding in de huwelijkse voorwaarden niet uitsluitend geldt bij het overlijden van een van de echtgenoten. Voorts oordeelt de Hoge Raad, dat aangezien belanghebbende bij het overlijden van haar echtgenoot niet méér uit de huwelijksgoederengemeenschap heeft verkregen dan overeenkomt met haar aandeel van 90 procent daarin, het hof terecht heeft geoordeeld dat art. 11 lid 4 SW in dit geval niet van toepassing is. Met de gezamenhandse visie in de hand is het goed om te constateren dat tijdens het huwelijk beide deelgenoten gerechtigd zijn tot het gehele gemeenschappelijke vermogen en zij pas na ontbinding van de gemeenschap in breukdelen gerechtigd zijn. Aan de ene kant lijkt art. 11 lid 4 SW nu een dode letter geworden te zijn met dit arrest van de Hoge Raad, maar aan de andere kant als er in een casus een voorwaardelijke gerechtigdheid bestaat waardoor bij overlijden in breukdelen anders verdeeld wordt dan bij ontbinding tijdens leven zou de filosofie van ‘meer dan de helft’ wel degelijk kunnen spelen.
Het aangaan van een breukdelengemeenschap is géén gift, maar dit neemt niet weg dat het aangaan van huwelijkse voorwaarden als de onderhavige in uitzonderlijke gevallen kan worden aangemerkt als wetsontduiking (fraus legis). De clou is in ieder geval dat het liefdesleven niet pas in het zicht van overlijden plaatsvindt, maar de relatie van de breukdelers al vele jaren bestond. Dit geeft de Hoge Raad principieel aan. De inspecteur heeft in feitelijke instanties geen feiten of omstandigheden aangevoerd die, indien bewezen, de conclusie kunnen dragen dat op het moment van aangaan van de huwelijkse voorwaarden zo goed als zeker was dat de erflater vóór belanghebbende zou overlijden. Kortom deze erflater was weliswaar ernstig ziek, maar niet terminaal ziek. Toevallig op de valreep overlijden is ook geen probleem, maar als je de breukdelen overeenkomt omdat je zo goed als zeker (eerder) komt te overlijden, dan is er sprake van wetsontduiking.
In hoeverre is de breukdelengemeenschap bestand tegen erfrechtelijke schuldeisers, legitimarissen genaamd? Ook daar kennen we een fictie, zij het (zoals hierboven reeds kort aangestipt) een civielrechtelijke: de quasi-legaten. Over het in het breukdelenarrest toegepaste boedelmenging kan de auteur met het oog op deze civielrechtelijke spelregel kort zijn, want deze variant treedt reeds in werking tijdens leven van de man en in bovenstaande fictieve civielrechtelijke spelregel wordt gesproken van ‘in geval van overlijden’. Dat spreekt voor zich ofwel deze breukdelengemeenschap is geen quasi-legaat. Zodra de rechtsfiguur voorwaardelijke huwelijkse voorwaarden echter definitief vaste voet aan de notariële grond heeft gekregen en er ongetwijfeld in het huwelijksvermogensrechtelijke beding meer gerichte koppeling aan het overlijden plaats zal gaan vinden, zal dit zonder meer genuanceerd moeten worden. Wellicht speelt in het toekomstig denken ook nog een belangrijke rol dat dit ‘breukdelenechtpaar’ geen kinderen had. Indien er wel kinderen zijn zou het principe van de legitieme portie nog meegenomen kunnen worden in de overwegingen over een eventuele andere praktische betekenis dan het enkel vermijden van erfbelasting. Vergeet ook niet dat huwelijkse voorwaarden binding brengen en uiterste wilsbeschikkingen herroepelijk zijn.

Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel FBN 2024/7.

Naar literatuur overzicht


Naar boven

Wilt u beter adviseren over estate planning?
Meld u dan vandaag nog aan voor de meerdaagse opleiding Estate Planning Specialist

Uitgebreide Modellen Levenstestamenten
Completer dan ieder ander model, inclusief toelichting voor de levenstestateur

Kent u onze Estate Planning Tools al?
De meest geavanceerde reken- en datatoepassingen op de Nederlandse markt

Gebruiksvriendelijke Modellen Testamenten
Altijd up-to-date en inclusief een uitgebreide en heldere toelichting voor de testateur

Uniek in de markt: Aangifte Erfbelasting
Om op snelle, efficiënte en veilige wijze digitaal aangifte erfbelasting te kunnen doen

Twitter Linkedin