Het fideicommis in fiscalibus (WPNR 2024/7443)
08-02-2024 | Categorie: Literatuur
Mr. dr. R.E. Brinkman
De tweetrapsmaking of -gift, ook wel fideicommis of making/gift over de hand, die sinds 2003 populair is geworden bij het opstellen van testamenten en doen van giften, komt thans steeds vaker ‘tot uitvoering’ (door het overlijden van de insteller en bijvoorbeeld door het in werking treden van de ‘tweede trap’ bij een fideicommissaire gift) en roept daarmee ook juridische en fiscale vragen op die niet een-twee-drie beantwoord kunnen worden op basis van bestaande wet- en regelgeving. Kern van een fideicommis is dat niet één maar twee (of meerdere) ‘opvolgingen’ in een of meer goederen (en soms ook schulden) na elkaar plaatsvinden. Het gaat dan om goederen (en schulden) die afkomstig zijn van dezelfde persoon (de insteller). Eerst verkrijgt de bezwaarde. Daarna (meestal bij het overlijden van de bezwaarde) de verwachter. Hoewel sprake is van een opvolging ‘in de tijd’, heeft de wetgever het fideicommis ingebed in de voorwaardelijke makingen en giften. De goederenrechtelijke verhoudingen die ontstaan op basis van een fideicommis zijn niet steeds eenvoudig te duiden, laat staan de fiscale implicaties daarvan. In dit artikel gaat de auteur in op drie actuele fiscale ontwikkelingen op het gebied van de inkomstenbelasting en op het gebied van de schenk- en erfbelasting.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel WPNR 2024/7443.
Naar literatuur overzicht