De (quasi)wettelijke verdeling en renteafspraak (WPNR 2023/7421)
01-08-2023 | Categorie: Literatuur
Prof. mr. I.J.F.A. van Vijfeijken
Voor de heffing van erfbelasting wordt aangesloten bij de onverdeeldheid die ten gevolge van ongedaanmaking van de wettelijke verdeling ontstaat. Omdat de termijn voor ongedaanmaking in de praktijk als te krap wordt beschouwd is hierop de quasiwettelijke verdeling bedacht. Er zijn twee varianten denkbaar. De quasiwettelijke verdeling is vormgegeven in een verplichtende variant of als een bevoegdheidsvariant. In essentie komen beide makingen op hetzelfde neer. De langstlevende kan de nalatenschap verdelen zoals hij of zij dat wil, zonder medewerking van de andere erfgenamen.
Tot op de dag van vandaag bestaat er discussie over de vraag of de quasiwettelijke verdeling voor de heffing van erfbelasting moet worden gevolgd of niet. Het uitgangspunt van de heffing van erfbelasting is immers het tijdstip van overlijden en met de verdeling nadien wordt geen rekening gehouden. De vraag is dan of met de verdeling die voortvloeit uit een quasiwettelijke verdeling wel rekening wordt gehouden voor de heffing van erfbelasting. De discussie is nieuw leven ingeblazen door het Waarderingsbesluit.
Uit het besluit volgt dat een renteafspraak altijd wordt gevolgd als sprake is van wettelijke verdeling, waarbij het er niet toe doet of deze verdeling is gebaseerd op het erfrecht bij versterf of op een uiterste wilsbeschikking. Dit oordeel sluit aan bij BNB 2010/274 maar strijdt met de bedoeling van de wetgever. Is sprake van een quasiwettelijke verdeling dan wordt de verdeling enkel gevolgd als deze leidt tot een verdeling conform de wettelijke verdeling, waarbij alle goederen van de nalatenschap naar de langstlevende ouder gaan. In dat geval wordt een renteafspraak alleen gevolgd als het testament de mogelijkheid daartoe biedt. Dit lijkt tegen het systeem van de wet in te gaan, maar de bedoeling van de wetgever was dat deze bepaling ook toepasselijk zou zijn op de quasiwettelijke verdeling die ‘de civielrechtelijke toets kan doorstaan’. Hieraan heeft de staatssecretaris in dit besluit invulling gegeven.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel WPNR 2023/7421.
Naar literatuur overzicht