Kwijtschelding van erfbelasting tegen overdracht van kunst of andere cultuurgoederen (WPNR 2023/7420)
01-08-2023 | Categorie: Literatuur
Mr. M.U.M.A. Waaijer-Linders
Om belangwekkend erfgoed voor Nederland te behouden en te voorkomen dat erfgenamen noodgedwongen kunst verkopen om erfbelasting te betalen, is in 1997 de Cultuurgoedregeling in het leven geroepen. In de Successiewet is de mogelijkheid opgenomen om kwijtschelding van erfbelasting te vragen tegen overdracht van belangrijke kunst- of cultuurhistorische voorwerpen aan de Staat. Het moet gaan om voorwerpen die als ‘onvervangbaar en onmisbaar’ in de zin van de Erfgoedwet zijn te beschouwen of die van groot nationaal cultuurhistorisch of kunsthistorisch belang zijn. Als de Cultuurgoedregeling wordt toegekend, wordt een kwijtschelding van de verschuldigde erfbelasting en belastingrente verleend voor 120% van de waarde van het cultuurgoed. Als stimulans om gebruik te maken van de regeling in plaats van een verkoop via de veiling, ontvangt de verkrijger van het cultuurgoed dus een extra kwijtschelding van 20% van de waarde. Wie zijn die verkrijgers, die gebruik kunnen maken van deze aantrekkelijke regeling?
De staatssecretaris van Financiën heeft duidelijkheid gegeven voor de wettelijke verdeling en de ouderlijke boedelverdeling. Of redenen zijn aan te dragen voor analoge toepassing van deze toezegging bij quasi-wettelijke verdelingen, vruchtgebruiktestamenten, een beroep op de legitieme portie en legaten tegen inbreng, zal in dit artikel worden bezien. Ook worden tweetrapsmakingen en legaten ‘vrij van recht’ onder de loep genomen. Vanwege de formulering van de wet zijn er pechvogels die wel worden belast voor de waarde van de vererfde kunst, maar die op grond van de wettekst niet in aanmerking komen voor de Cultuurgoedregeling. Tot slot wordt aandacht besteed aan de bijzondere situatie, waarbij een cultuurgoed met een periodieke schenking is geschonken, maar de schenker tussentijds overlijdt.
Niet alleen de erfbelasting die is verschuldigd door de persoon die de bijzondere cultuur- of kunsthistorische voorwerpen verkrijgt, zou voor kwijtschelding in aanmerking moeten komen, maar ook de erfbelasting die op grond van een wettelijke of testamentaire verplichting door de verkrijger van de cultuurgoederen moet worden voldaan. Als de verkrijger van de cultuurgoederen alsnog naar de veiling zou moeten gaan om de voor diens rekening komende erfbelasting over verkrijgingen van anderen te kunnen betalen, mist de regeling zijn doel.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel WPNR 2023/7420.
Naar literatuur overzicht