Een woning in België en verrekening van erfbelasting (Vp-Bulletin 2023/57)
08-02-2024 | Categorie: Literatuur
Mr. dr. K.M.L.L. van de Ven
Dubbele heffing van schenk- en erfbelasting in situaties waarin sprake is van ‘internationaal’ samengestelde vermogens kan meerdere oorzaken hebben. Zo kan ieder van de betrokken staten op grond van het woonplaatsbeginsel aanspraak maken op heffing over het wereldvermogen, of baseert een van hen in plaats daarvan de heffing op het situsbeginsel. In de laatste situatie is de heffingsbevoegdheid van een staat gebaseerd op de ligging van bepaalde goederen op zijn grondgebied. Heffing op grond van het nationaliteitsbeginsel, waarbij de nationaliteit van een belastingplichtige de reden voor de heffingsbevoegdheid is, kan ook een oorzaak zijn.
Dubbele heffing zou kunnen worden vermeden door middel van bilaterale verdragen tot voorkoming van dubbele schenk- en erfbelasting, maar het sluiten daarvan geniet politiek gezien weinig belangstelling (of steun), niet alleen in Nederland. De ‘soelaas’ voor de burger die geconfronteerd wordt met meerdere heffingen over dezelfde vermogensbestanddelen, moet bij het ontbreken van een verdrag worden gezocht in eenzijdig door de staten getroffen regelingen.
Dit artikel gaat in op de woonplaats als mogelijke oorzaak van dubbele heffing van erfbelasting en besteedt vervolgens aandacht aan de regelingen die kunnen spelen wanneer iemand met de Nederlandse nationaliteit bij zijn overlijden in België een woning nalaat. In dat kader wordt aandacht besteed aan de invulling van het fiscale woonplaatsbegrip in beide landen. Het situsbeginsel komt zijdelings ter sprake. In grenssituaties België-Nederland lijkt een dubbele feitelijke woonplaats vooral iets te zijn wat een belastingplichtige zonder gezin, zou kunnen treffen.
Wanneer u een abonnement heeft op Vp-Bulletin via Kluwer Navigator, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel Vp-Bulletin 2023/57.
Naar literatuur overzicht