Beleggingsfictie voor verhuurd vastgoed bij bedrijfsopvolgingen vanaf 2024 (FBN 2023/55)

19-01-2024 | Categorie: Literatuur

Vanaf 1 januari 2024 worden verhuurde onroerende zaken bij fictie aangemerkt als beleggingsvermogen voor de toepassing van de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de Wet IB 2001 en de SW 1956. Als belangrijkste reden voor het invoeren van de beleggingsfictie wordt genoemd dat het beoordelen van verhuurde onroerende zaken voor de toepassing van de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten veel capaciteit vergt van de Belastingdienst en tot relatief veel juridische procedures leidt. Door aan derden verhuurde onroerende zaken expliciet als beleggingsvermogen aan te merken, worden bedrijfsopvolgingsfaciliteiten eenvoudiger in de uitvoering. Daarmee wordt tevens de voor de praktijk nodige duidelijkheid verschaft hetgeen ook positieve gevolgen voor de rechterlijke macht zal hebben, aldus de Memorie van Toelichting. Ook vindt de Staatssecretaris van Financiën het niet of minder nodig om de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten toe te passen op vastgoed. Als een onderneming ook vastgoed verhuurt, kan men immers een lening aantrekken of het vastgoed verkopen om liquiditeitsproblemen te voorkomen.
In dit artikel bespreekt de auteur de werking van de voorgestelde beleggingsfictie. De dubbele toets (feitelijkgebruiktoets en oogmerktoets) heeft tot gevolg dat vanaf 1 januari 2024 in veel situaties sprake zal zijn van beleggingsvermogen, terwijl dat onder de huidige wetgeving niet het geval is. Naar de mening van de auteur is er sprake van een slecht doordachte maatregel. De beleggingsfictie kan in de praktijk namelijk leiden tot ongewenste en vergaande negatieve consequenties in situaties waarin er te weinig privévermogen is om de verschuldigde belasting te betalen. Het zou zijns inziens verstandiger zijn geweest indien men – zoals ook bij andere wetsvoorstellen is gebeurd – overleg zou hebben gevoerd met marktpartijen teneinde tot een evenwichtiger voorstel te komen.

Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel FBN 2023/55.