Wet toekomst pensioenen: de introductie van een uniform partnerbegrip en een gewijzigd partnerpensioen (JBN 2023/53)
16-01-2024 | Categorie: Literatuur
Drs. J.M.J. Holtermans
De op 1 juli 2023 in werking getreden Wet toekomst pensioenen leidt tot een nieuw pensioencontract, waarbij ook ten aanzien van het partnerpensioen ingrijpende wijzigingen worden doorgevoerd. Dit artikel gaat in op een aantal van deze wijzigingen, zoals de introductie van een uniform partnerbegrip, het verschil tussen het partnerpensioen vóór de pensioendatum en het partnerpensioen ná de pensioendatum, het overgangsrecht voor reeds opgebouwde aanspraken op partnerpensioen en reeds verzelfstandigde aanspraken op bijzonder partnerpensioen. Tevens komt aan bod wat de eventuele praktische gevolgen voor de notariële praktijk kunnen zijn.
Voor de notariële praktijk hebben de in dit artikel besproken wijzigingen ten aanzien van het partnerpensioen naar het zich laat aanzien weinig tot geen praktische gevolgen. De wijziging naar een uniform partnerbegrip leidt niet tot noodzakelijke ingrepen in op te stellen huwelijks- of partnerschapsvoorwaarden of samenlevingsovereenkomsten. Aan gehuwden en geregistreerde partners worden geen nieuwe of nadere eisen gesteld. Aan de notariële samenlevingsovereenkomst als zodanig worden voor de toegang tot het partnerpensioen geen inhoudelijke eisen gesteld. Zelfs het opnemen van een verklaring dat de partners elkaar aanmelden als partner voor de pensioenovereenkomst is geen voorwaarde (meer), evenmin als het opnemen van een wederzijdse zorgplicht (hoewel die om fiscale redenen toch zal zijn opgenomen). De notariële samenlevingsovereenkomst dient in geval van een bepaald partnerpensioen wel bij de pensioenuitvoerder te worden gemeld, maar dat is een praktisch vervolg op het passeren van de akte en zal in de meeste situaties niet anders zijn dan hetgeen tot 1 juli 2023 als voorwaarde in de betreffende pensioenregeling werd gesteld om te kwalificeren als partner in de zin van de pensioenovereenkomst.
De wijzigingen rondom de wijze van financieren en de omvang van het partnerpensioen raken de door de notaris op te stellen akten strikt genomen evenmin. De deelnemer aan de pensioenregeling en diens partner hebben daar geen invloed op en kunnen daar niet zelf in sturen. Indien en voor zover partijen in overeenstemming met wettelijke mogelijkheden afwijkende afspraken wensen te maken en vast te leggen in hun huwelijks- of partnerschapsvoorwaarden of notariële samenlevingsovereenkomst zijn deze slechts geldig indien de pensioenuitvoerder ermee instemt. Aangezien die instemming niet bij voorbaat kan worden verkregen kunnen partijen dus in feite niet meer dan een voornemen vastleggen, waarvan onzeker is of dit ook ooit daadwerkelijk kan worden uitgevoerd. Dit is overigens niet nieuw ten opzichte van de situatie vóór 1 juli 2023.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel JBN 2023/53.
Naar literatuur overzicht