Over de legitieme bij verkoop onder voorbehoud van vruchtgebruik met lage(re) tegenprestatie. Of: waaruit bestaat de gift eigenlijk? (FTV 2023/32)
20-12-2023 | Categorie: Literatuur
Mr. dr. R.E. Brinkman
In dit artikel gaat de auteur in op de vraag hoe een gift moet worden gewaardeerd voor de berekening van de legitieme portie als de erflater tijdens zijn leven een onroerende zaak heeft overgedragen onder voorbehoud van een vruchtgebruik en de verkrijger een lagere prijs heeft betaald dan de waarde van de bloot-eigendom. Er wordt een specifieke, in de praktijk geregeld voorkomende casus onder de loep genomen, die ook al eerder in de literatuur is behandeld, maar waarop verschillende varianten denkbaar zijn. Die varianten kunnen bijdragen aan meer begrip en leiden tot een genuanceerde opvatting over de toepassing van de waardering van de giften naar het tijdtip van de verkrijging daarvan.
Kort gezegd is de auteur van mening dat hoe groter de bevoordeling bij de verkoop is, hoe eerder hij geneigd is het goed zelf als geschonken aan te merken voor de toepassing van de waardering van de legitieme (zodat schatting naar de waarde onmiddellijk na overlijden van de schenker dient plaats te vinden, te verminderen met de opoffering) althans een deel daarvan (waarbij het breukdeel wordt bepaald door de teller van de bevoordeling, eventueel verminderd met gederfde revenuen van het opgeofferde bedrag, te delen door de noemer van de waarde van het overgedragen goed). Pas in laatste instantie zou hij willen overgaan tot het bijtellen van het (nominale) bedrag van het geschonken voordeel.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel FTV 2023/32.
Naar literatuur overzicht