Standpunt Kennisgroep Belastingdienst over tweetrapsmaking en afstand bezwaard vermogen (FTV 2023/19)
25-07-2023 | Categorie: Literatuur
Mr. dr. R.E. Brinkman
De Kennisgroep van de Belastingdienst (KG) heeft een standpunt ingenomen over 'Giftbegrip, tweetrapsmaking en afstand bezwaard vermogen’ en gaat in op verschillende aspecten van de tweetrapsmaking. In dit atikel wordt het standpunt van commentaar voorzien. Het KG-standpunt luidt als volgt. Als de bezwaarde afstand doet van het bezwaard vermogen leidt dat altijd tot belastingheffing in de relatie insteller – verwachter. Als de bezwaarde uit vrijgevigheid afstand doet, is er ook een gift van de bezwaarde aan de verwachter. Heffing van schenkbelasting over deze gift blijft echter achterwege, zodat dubbele heffing wordt voorkomen.
De KG maakt geen verschil tussen een ’gewone’ tweetrapsmaking (zuiver fideicommis) en een tweetrapsmaking met vervreemdings- en verteringsbevoegdheid (fideicommis de residuo). Dat lijkt de auteur terecht, omdat de vervreemdings- en verteringsbevoegdheid (abusus) alleen iets zegt over de interne bevoegdheid van de bezwaarde, maar niets zegt over de goederenrechtelijke gerechtigdheid die door de vervulling van de voorwaarde bij de bezwaarde eindigt en bij de verwachter onvoorwaardelijk wordt. Hoe de bezwaarde precies afstand doet, blijft civielrechtelijk onduidelijk.
De KG gaat ook nog in op het feit dat de insteller bevoegdheden kan toekennen aan de bezwaarde om het vermogen te verteren, te schenken of na te laten. Bij gebruikmaking van de bevoegdheid tot schenken of nalaten wordt de tweetrapsmaking, aldus de KG, ‘opgeheven’. KG bedoelt met opgeheven, dat het recht van de verwachter vervalt en dat het recht van de bezwaarde uitgroeit tot een onvoorwaardelijk recht (direct voorafgaand aan de schenking of het overlijden). De KG baseert zich daarbij (terecht) op het boerenplaatsje-arrest. De KG beslecht, veelal in het voordeel van de belastingplichtige, de discussie in de literatuur of in dat geval sprake is van heffing in de relatie insteller – verwachter of in de relatie (voormalig) bezwaarde – (voormalig) verwachter, al dan niet op grond van art. 30 SW. Het antwoord van de KG luidt dat geheven wordt in de relatie (voormalig) bezwaarde – (voormalig) verwachter.
Tot slot wordt vermeld dat vermindering van de aanslag als gevolg van de vervulling van een voorwaarde bij afstand doen door de bezwaarde niet van toepassing is, omdat bij de afstand geen wijziging wordt gebracht in de persoon van de verkrijger (of in het verkregene) door het vervullen van een voorwaarde.
Het is fijn dat de praktijk geholpen is met de standpuntbepaling van de KG over de afstand, met name in het geval wordt geschonken of nagelaten op basis van het boerenplaatsje-arrest. Toch blijven vele vragen en varianten op de casus (bijvoorbeeld afstand tegen een tegenprestatie) nog onbeantwoord en kan de belastingplichtige hier en daar (wellicht) een voor hem gunstiger standpunt innemen, afhankelijk van de casus.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel FTV 2023/19.
Naar literatuur overzicht