De wondere wereld van de WOZ-waarde in de Successiewet 1956 (FBN 2022/37)
13-10-2022 | Categorie: Literatuur
Mr. dr. R.E. Brinkman
In de praktijk is het voor de erf- en schenkbelasting niet altijd duidelijk of in situaties die betrekking hebben op woningen voor de waardering moet worden uitgegaan van de WOZ-waarde of de waarde in het economische verkeer. Onlangs heeft de staatssecretaris van Financiën een beleidsbesluit gepubliceerd waarin op deze problematiek wordt ingegaan. Mede aan de hand van dit beleidsbesluit bespreekt de auteur een aantal situaties, zoals verkoop van een woning met kwijtschelding van (een gedeelte van) de koopsom, verkoop van een woning tegen een te lage prijs en het legaat van een woning tegen inbreng van (een gedeelte van) de waarde.
De auteur laat zien wat de nieuwe waarderingsregels betekenen voor een legaat tegen inbreng van een woning, dat, ook met het oog op voorkoming van overdrachtsbelasting, met name interessant is als de erflater enerzijds erfgenamen wil aanstellen (bijvoorbeeld zijn kinderen) en anderzijds aan een ander (bijvoorbeeld zijn kleinkind) zijn woning, tegen inbreng van de waarde, wil nalaten. Ook ben ik ingegaan op de verkoop tegen een te lage koopprijs of een verkoop gevolgd door een kwijtschelding. Hoewel de staatssecretaris in het Waarderingsbesluit praktische handvatten geeft die gebruikt kunnen worden, blijven er nog wel vragen over, met name op het grensvlak tussen het civiele en fiscale vlak. De tijd zal leren of het besluit in alle gevallen stand houdt.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel FBN 2022/37.
Naar literatuur overzicht