De verhouding tussen curatele, mentorschap en meerderjarigenbewind en de invloed van alternatieve beschermingsmaatregelen (WPNR 2015/7064)
01-07-2016 | Categorie: Literatuur
Mr. drs. J.H. Lieber
Het beroep op de rechter om toepassing van de klassieke wettelijke maatregelen ter bescherming van meerderjarigen die zichzelf niet kunnen redden is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Niet alleen het beroep op de wettelijke maatregelen neemt toe. Daarnaast treffen steeds meer mensen in een levenstestament regelingen op financieel en medisch gebied voor het geval zij dat in de toekomst niet meer zelf kunnen en bescherming en vertegenwoordiging door een ander behoeven. De initiatieven van het notariaat op dit gebied zijn geheel in lijn met de aanbeveling die het Comité van Ministers van de Raad van Europa 2009 heeft gedaan om de zelfbeschikking van meerderjarigen voor het geval zij wilsonbekwaam worden te bevorderen door het verlenen van volmachten en andere wilsverklaringen die van kracht zijn en blijven bij wilsonbekwaamheid. Levenstestamenten kunnen een waardevol alternatief zijn voor de wettelijke beschermingsmaatregelen.
Het huidige wettelijke instrumentarium maakt, indien nodig, een soepele overgang van de ene naar de andere maatregel mogelijk. Een verschuiving van curatele naar meerderjarigenbewind ligt in de rede. Daarbij hangt veel af van hoe de kantonrechter zijn taak kan uitoefenen. Het is sterk aan te bevelen ervoor te zorgen dat de kantonrechters de tijd en de middelen hebben hun taak ook bij de sterke toename van het aantal maatregelen naar behoren te vervullen. Een andere voorzichtige conclusie kan zijn dat op den duur andere regelingen, in het bijzonder het levenstestament, een waardevol alternatief kunnen bieden voor de wettelijke beschermingsmaatregelen en kunnen leiden tot een ontlasting van de rechterlijke macht.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel WPNR 2015/7064.
Naar literatuur overzicht