Het Meerderjarigenbeschermingsverdrag, niet geratificeerd maar toch nuttig voor de estate planner en financieel planner! (VFP 2021/59)
01-02-2022 | Categorie: Literatuur
Mr. A.R. Autar en mr. D.J.P. Hoeks
Op 30 september 2020 ratificeerde België het Verdrag inzake de internationale bescherming van volwassenen (hierna: ‘het verdrag’). Het verdrag trad in België op 1 januari 2021 in werking. Vanaf laatstgenoemde datum wordt in België aan de hand van het verdrag bepaald of een in het buitenland tot stand gekomen levenstestament wordt erkend. Hierdoor worden in Nederland ondertekende levenstestamenten nu ook in België erkend. Dit is goed nieuws voor Nederbelgen met een ‘Nederlands levenstestament’. Hoewel Nederland de eerste staat was die het verdrag ondertekende, heeft ons land het verdrag jammer genoeg niet geratificeerd. Met de ratificatie zal een lacune in het Nederlandse internationaal privaatrecht zal worden opgevuld, aangezien op dit moment geen geschreven IPR-regels bestaan die specifiek zijn afgestemd op de bescherming van volwassenen. Het feit dat Nederland het verdrag niet heeft geratificeerd, kan het lastiger maken om onder meer een in Nederland ingesteld bewind, curatele of mentorschap in een verdragsluitende staat te laten erkennen. Nederland past dit verdrag anticiperend toe blijkens jurisprudentie van de Hoge Raad, maar doordat het verdrag niet is geratificeerd, geldt Nederland niet als verdragsluitende staat.
Het is allereerst belangrijk de vraag te stellen of een Nederlands levenstestament valt onder het toepassingsgebied van het verdrag. Om die vraag te kunnen beantwoorden, dient een onderscheid gemaakt te worden naar het moment waarop het levenstestament in werking treedt. Het is mogelijk om in een levenstestament te bepalen dat de daarin opgenomen volmacht:
- direct in werking treedt; dan wel
- per het moment waarop (door een arts verklaard is dat) de levenstestateur niet meer zelf zijn belangen kan behartigen.
In de literatuur wordt ervan uitgegaan dat uitsluitend het levenstestament dat in werking treedt bij het wilsonbekwaam worden van de levenstestateur onder het toepassingsgebied van het verdrag valt. Volgens de heersende literatuur is ook de duiding van het levenstestament van belang: moet het levenstestament worden beschouwd als een informele beschermingsmaatregel, of is er sprake van een volmacht? Bij duiding van het levenstestament als uitsluitend of hoofdzakelijk een volmacht zou het Haags Vertegenwoordigingsverdrag 1978 eerder het aangewezen verdrag zijn ten aanzien van het levenstestament.
Artikel 15 van het verdrag speelt ten aanzien van het toepasselijke recht bij levenstestamenten wel een belangrijke rol. rtikel 15 lid 1 wijst het Nederlandse recht aan als het toepasselijke recht indien iemand zijn gewone verblijfplaats in Nederland heeft en een levenstestament heeft opgesteld. Artikel 15 lid 2 brengt mee dat er een rechtskeuze kan worden gemaakt. Opvallend is dat er geen rechtskeuze gemaakt kan worden voor het recht van een toekomstige dan wel de huidige gewone verblijfplaats van de levenstestateur.
Wanneer u een abonnement heeft op VFP via Kluwer Navigator, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel VFP 2021/59.
Naar literatuur overzicht