Beschouwingen over het bewind in een gemeenschappelijk belang (In het bijzonder het afwikkelingsbewind) (WPNR 2021/7344)
01-02-2022 | Categorie: Literatuur
Mr. J.B. Vegter
De Hoge Raad heeft in 2013 onder meer opgemerkt, dat het woord “afwikkeling” geen specifieke juridische betekenis heeft, doch ertoe dient de feitelijke afhandeling van een nalatenschap aan te duiden.1 In art. 4:150 lid 2 onder a BW wordt het woord afwikkeling bijvoorbeeld gebruikt ter duiding van het voldoen door de executeur van schulden van de nalatenschap en nakoming van hem opgelegde lasten. In dit artikel wordt onder een afwikkelingsbewind verstaan, een bewind op grond waarvan de bewindvoerder wellicht belast is met het voldoen van de schulden van de nalatenschap maar aan wie door de erflater in ieder geval de bevoegdheid is verleend de nalatenschap gereed te maken voor verdeling en ook tussen de erfgenamen te verdelen. Deze bewindsvorm is relatief nieuw omdat zij eerst sinds 2003 deel uitmaakt van het erfrecht. Doel van deze bijdrage is het afwikkelingsbewind op systematische wijze te belichten. Bij het ontwerpen van afdeling 4.4.7 (testamentair bewind ) heeft de wetgever gebruik gemaakt van de tekst van, de uiteindelijk niet ingevoerde, titel 3.6 en van de parlementaire geschiedenis daarbij. Voor een goed begrip van het testamentair bewind is het daarom van belang relevante onderdelen van titel 3.6. mede in de beschouwingen te betrekken.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel WPNR 2021/7344.
Naar literatuur overzicht