Executeur of bewindvoerder? (WPNR 2021/7352)
01-02-2022 | Categorie: Literatuur
Mr. P.C. van Es
In HR 5 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1646 staat de interessante vraag centraal of het ontslag van een executeur op grond van art. 4:149 lid 2 BW, bij een benoeming tot executeur -afwikkelingsbewindvoerder, ook tot gevolg heeft dat zijn bevoegdheden als afwikkelingsbewindvoerder eindigen.
De kiem voor deze in de ogen van de auteur onjuiste uitspraak is gelegd door A-G Langemeijer die in zijn conclusie, in navolging van de in de notariële praktijk wel gebruikte terminologie, spreekt over de ‘executeur-afwikkelingsbewindvoerder’ als een executeur met ‘drie sterren’. Dit wekt de indruk dat een executeur in zijn hoedanigheid van executeur kan worden bekleed met de bevoegdheden van een afwikkelingsbewindvoerder en dat is niet juist. In de parlementaire geschiedenis is de voor deze bijdrage wezenlijke vraag aan de orde gekomen wat rechtens is als een erflater bij testament spreekt van executeur en executele, maar daaraan een regeling toevoegt inzake de duur of de bevoegdheden, “welke niet past in de executeleregeling, doch wel in de regeling van het bewind. Een executeur -afwikkelingsbewindvoerder is dus zowel executeur als bewindvoerder (over de goederen die alle - impliciet - in gemeenschappelijk belang onder bewind zijn gesteld). Ontslag als executeur gaat daarom niet automatisch gepaard met ontslag als bewindvoerder. De door de Hoge Raad gesanctioneerde onterechte vereenzelviging van executeur en bewindvoerder (in de figuur van een executeur-afwikkelingsbewindvoerder) heeft niet alleen gevolgen voor de wijze van ontslag van deze functionaris. Binnen het systeem van het huidige erfrecht moet een legitimaris de aanwezigheid van een executeur dulden, terwijl dit niet geldt voor een onderbewindstelling. Wanneer men de bevoegdheden van een afwikkelingsbewindvoerder zou beschouwen als bevoegdheden die een executeur in zijn hoedanigheid van executeur toekomen, dan betekent dit dat een legitimaris het afwikkelingsbewind zou moeten dulden. Betekent wettelijke vereffening - bijvoorbeeld na beneficiaire aanvaarding - dan ook dat het afwikkelingsbewind komt te vervallen als een executeur -afwikkelingsbewindvoerder is benoemd? Het antwoord op deze vraag hangt af van de wijze waarop men naar de figuur van een executeur -afwikkelingsbewindvoerder kijkt.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel WPNR 2021/7352.
Naar literatuur overzicht