IPR-regels voor samenwoners - een verkenning (WPNR 2022/7361)
01-05-2022 | Categorie: Literatuur
Mr. S.H. Heijning
In Nederland is het samenwonen niet afzonderlijk in het Burgerlijk Wetboek geregeld. Er bestaan evenmin verordeningen of verdragen waarin de IPR-regels voor samenwoners vastgelegd zijn. Uit een onderzoek van Eurofound komt naar voren dat in 2017 in de EU 7% van de totale bevolking samenwoonde en dat dit cijfer de laatste jaren toeneemt. Volgens het interne recht van andere staten in en buiten Europa worden aan het samenwonen rechtsgevolgen op het gebied van het vermogensrecht toegekend. Het kunnen beperkte gevolgen zijn, bijvoorbeeld ten aanzien van de gezinswoning of het recht op alimentatie, soms worden samenwoners volledig gelijkgesteld aan gehuwden. Bij gebreke aan IPR-regels, kan met vermogensrechtelijke rechtsgevolgen toegekend aan samenwoners in een bepaalde staat in Nederland geen rekening worden gehouden. De vraag speelt bijvoorbeeld in nalatenschappen na overlijden van één van de samenwoners, die met haar of zijn partner in het buitenland woonde, terwijl de erflater vermogen in Nederland bezat. Dan is het in de ogen van de auteur onredelijk dat geen rekening gehouden wordt met de positie van de langstlevende partner, aan wie in zijn woonland wel bepaalde rechten toekomen, die hem in Nederland worden onthouden. Opvallend is dat in het model van de Europese Erfrechtverklaring bijlage III, niet alleen informatie moet worden gegeven over het toepasselijke huwelijksvermogensrecht of partnerschapsvermogensrecht van de erflater, maar ook over vermogensrechtelijke gevolgen van andere relatievormen. Dan is het vreemd te constateren dat voor de vraag welk recht op internationale samenwoners van toepassing is, conflictregels ontbreken. Wonen partners met verschillende nationaliteiten in Nederland samen, dan gaat men er in de praktijk waarschijnlijk van uit dat er Nederlands recht van toepassing is op de samenwoning, maar hoe men tot dit resultaat komt, is niet duidelijk. In dit artikel doet de auteur een voorzet om IPR-regels te formuleren voor de vermogensrechtelijke rechtsgevolgen voor feitelijke samenwoners.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel WPNR 2022/7361.
Naar literatuur overzicht