Het partnerbegrip 12 jaar na de modernisering van de SW (WPNR 2022/7366)
01-05-2022 | Categorie: Literatuur
Mr. dr. N.C.G. Gubbels
Per 1 januari 2010 is het partnerbegrip in de Successiewet gewijzigd. Daarnaast hebben per 1 januari 2011 nog enkele wijzigingen plaatsgevonden in het kader van de coördinatie van het partnerbegrip in verschillende belastingwetten. In dit artikel besteedt de auteur aandacht aan de belangrijkste ontwikkelingen in de jurisprudentie sinds de invoering daarvan.
Een van de belangrijkste wijzigingen betreft het invoeren van de voorwaarde dat men maximaal één partner kan hebben. De regeling is onnodig streng voor de gehuwde maar duurzaam gescheiden levende echtgenoot die inmiddels samenwoont met iemand anders. De Successiewet moet in principe aansluiten bij de materiële werkelijkheid (de ongehuwd samenwonenden) en niet bij de formele werkelijkheid (het huwelijk). Het afschaffen van de partnerfaciliteiten voor partners in een zogenoemde meerrelatie is goed te verdedigen, maar is in de parlementaire behandeling niet goed uit de verf gekomen.
Daarnaast besteedt de auteur aandacht aan de afschaffing van het partnerregime tussen ouders en inwonende kinderen. Dit is vanuit de verzorgings- en continuïteitsgedachte goed te rechtvaardigen. Dat geldt echter zeker niet voor de uitzondering die daarop is gemaakt voor mantelzorgers. Deze uitzondering heeft een stroom aan Kamervragen en jurisprudentie opgeleverd. De inbedding in het partnerregime maakte de regeling willekeurig. Het is een schoolvoorbeeld geworden van een regeling die nooit op deze manier ingevoerd had mogen worden. Zelfs de afschaffing ervan is buitengewoon moeizaam en slordig verlopen.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel WPNR 2022/7366.
Naar literatuur overzicht