Art. 53 lid 2 Successiewet 1956: verlaging van de vermindering (FBN 2022/15)
01-06-2022 | Categorie: Literatuur
Mr. A.J. Janssen
Als een verkrijging wijziging ondergaat, bijvoorbeeld door vervulling van een voorwaarde, wordt op verzoek de aanslag schenk- of erfbelasting dienovereenkomstig verminderd. Die vermindering wordt verlaagd als er tussentijds voordelen uit de verkrijging zijn genoten. De berekening daarvan roept in de sfeer van de erfbelasting vraagtekens op.
In de wetsgeschiedenis wordt met name ingegaan op de situatie van de herroepelijke schenking. Blijkens een opmerking in de parlementaire geschiedenis inzake de toepassing van art. 53 SW bij een legitieme portie, is het evenwel uitdrukkelijk de bedoeling van de wetgever dat de verlaging van de vermindering ook werkt voor de erfbelasting. Dat is opmerkelijk. Bij een herroepelijke schenking keert het vermogen terug naar de schenker. De gevallen waarop art. 53 SW ziet, leiden in de erfbelasting echter tot een verschuiving van vermogen van de ene verkrijger naar de andere. Bij herroeping ‘verdampt’ als het ware – voor toepassing van de schenkbelasting – de betreffende schenking. Een eenmaal opengevallen nalatenschap verdampt echter niet door de vervulling van een voorwaarde of beroep op de legitieme portie. Dat is een wezenlijk verschil. Bij de berekening van die verlaging wordt de belanghebbende nog een beetje gered doordat hij – curieus genoeg – voor een tweede keer in dezelfde nalatenschap zijn subjectieve vrijstelling kan inzetten.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel FBN 2022/15.
Naar literatuur overzicht