Het fideicommis en de ab-heffing (FTV 2022/12)
01-06-2022 | Categorie: Literatuur
Mr. dr. R.E. Brinkman
In de literatuur en recent ook in de rechtspraak en de naar aanleiding daarvan verschenen literatuur, is de vraag opgeworpen hoe de aanmerkelijkbelangheffing in de inkomstenbelasting uitwerkt in geval sprake is van een fideicommissaire gift, een fideicommissair legaat of een fideicommissaire erfstelling. In dit artikel probeert de auteur licht te werpen op de materie en zal daartoe uiteenzetten hoe een fideicommis geduid moet worden in het licht van de regeling van het ab in de inkomstenbelasting wanneer geen doorschuiving van de ab-claim plaatsvindt bij de verschillende overgangen. Hij behandelt eerst de verschillende spelers en posities bij het fideicommis, voor zover dat voor een goed begrip van de kwestie van belang is. Daarbij wordt ingegaan op zowel het voorwaardelijke als tijdelijke karakter van het fideicommis en het aantal ‘spelers’ dat bij een fideicommis betrokken is. Vervolgens zal besproken worden wat onder een (fictieve) vervreemding in de ab-regeling moet worden verstaan. Daarna komt aan de orde bij wie zijns inziens het voordeel uit de (fictieve) vervreemding in aanmerking moet worden genomen en hoe zijns inziens de ab-heffing geschiedt bij de insteller, de bezwaarde en de verwachter. Daarna wordt aandacht besteed aan de recente rechtspraak en zullen de standpunten in de literatuur tegen het licht worden gehouden. Voorts wordt nog bezien welke rol doorschuiving speelt als daarvoor wel gekozen (kan worden en) wordt. De auteur sluit het artikel af met een conclusie en een voorstel voor enkele modelteksten.Volgens de auteur verloopt de heffing bij een fideicommissaire gift of making in de hele keten als volgt:
- bij de eerste overgang vervreemdt de schenker of erflater (fictief) aan de bezwaarde en wordt bij de vervreemder (in diens (overlijdens)aangifte)) afgerekend;
- de bezwaarde wordt (de enige) ab-houder en heeft als verkrijgingsprijs de waarde in het economisch verkeer die bij de vervreemding onder a is toegekend aan de aandelen;
- zodra de bezwaarde (fictief) vervreemdt, waaronder ook te verstaan de vervulling van de fideicommissaire voorwaarde (waaronder zijn overlijden), wordt ‘bij de bezwaarde’ (in zijn (overlijdens)aangifte) afgerekend over de dan geldende (fictieve) vervreemdingsprijs;
- als de verwachter ten gevolge van de vervulling van de voorwaarde verkrijgt, wordt de verwachter ab-houder en heeft als verkrijgingsprijs de waarde in het economisch verkeer waartegen bij de laatste vervreemding is afgerekend.
De eventuele ab-heffing dient in ieder geval bij de fideicommissaire erfstelling steeds aan het fideicommissaire vermogen toegerekend te worden; bij de fideicommissaire gift of het fideicommissaire legaat dient bij de gift of het legaat te zijn bepaald ten laste van welk vermogen de ab-heffing komt of dient dat door uitlegging te worden bepaald. Als geen nadere voorziening in de overeenkomst of bij het legaat is opgenomen, bepleit de auteur dat bij de fideicommissaire gift en het fideicommissaire legaat de ab-heffing bij de overgang op:
- de bezwaarde ten laste van de schenker komt;
- de verwachter ten laste van het fideicommissaire vermogen komt.
Kan worden gekozen voor doorschuiving en wordt daarvoor gekozen, dan geeft dat bij de door de auteur voorgestane heffingssystematiek geen problemen, noch als beide keren wordt gekozen voor doorschuiving, noch als maar één keer (bij de overgang op de bezwaarde of bij de overgang op de verwachter) gekozen wordt voor doorschuiving.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel FTV 2022/12.
Naar literatuur overzicht