De (dubbele) woonplaats van natuurlijke personen en internationale nalatenschappen (KWEP 2021/21)
01-12-2021 | Categorie: Literatuur
Mr. dr. K.M.L.L. van de Ven
De Nederlandse samenleving kent een toenemende diversiteit aan nationaliteiten. Dat is ook merkbaar in de notariële en fiscale adviespraktijk. Het aantal dossiers waar een tolk bij nodig is, neemt toe. Zodra mensen met een andere nationaliteit migreren naar Nederland en daar een eigen woning kopen, huwelijkse voorwaarden maken of een testament (laten) opstellen, is voor hen de vraag wat de civielrechtelijke gevolgen daarvan zijn. Die vraag wil de cliënt meestal graag beantwoord zien voor het (nieuwe) woonland Nederland én voor het land van zijn/haar nationaliteit. Daarvoor zal een buitenlandse deskundige moeten worden geraadpleegd, die wellicht ook aan kan geven in hoeverre bijvoorbeeld de ligging van onroerend goed in het andere land bijzondere aandacht verdient, of de vestigingsplaats van een onderneming.
Dit artikel richt zich op de betekenis van de woonplaats van natuurlijke personen in internationale situaties, meer specifiek hun nalatenschappen. Waar iemands woonplaats zich bevindt, is veelal van omstandigheden afhankelijk en niet altijd (vooraf) met zekerheid te bepalen. In zaken waarin het Anglo-Amerikaanse recht een rol speelt, moet rekening worden gehouden met de specifieke invulling van de begrippen ‘domicile’ en ‘residence’. Maar ook in de rechtstelsels van de ‘civil-law-landen’ blijkt de invulling van het woonplaatsbegrip in andere landen af te wijken van die van Nederland. De woonplaats is op talloze rechtsgebieden internationaal als aanknopingspunt een belangrijke factor, en bepaalt mede de afbakening van fiscale heffingsrechten.
In het artikel wordt ingegaan op de civiel- en fiscaalrechtelijke invulling van het woonplaatsbegrip in Nederland, België en Duitsland. Bij de bespreking van het recht in de common-law-landen is met name aandacht voor het Verenigd Koninkrijk. De woonplaatsbegrippen ‘domicile’ en ‘resident’ blijken een lappendeken te zijn van wetgeving en rechtspraak, wetgeving en beleid. Wettelijke woonplaatsvermoedens, zoals de Belgische en Duitse, bieden burgers c.q. belastingplichtigen enerzijds meer zekerheid, maar kunnen ook gemakkelijker tot een dubbele woonplaats leiden. Vanwege het geringe aantal verdragen ter vermijding van dubbele heffing van schenk- en erfbelasting is het gevaar van dubbele heffing in een internationale samenleving reëel, ook al zijn er door sommige staten eenzijdige regelingen getroffen.
Wanneer u een abonnement heeft op KWEP via Kluwer Navigator, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel KWEP 2021/21.
Naar literatuur overzicht