Praktijkupdate bedrijfsopvolgingsregeling SW 1956 (zomer 2021) (KWEP 2021/16)
01-09-2021 | Categorie: Literatuur
Mr. J.C.L. Zuiderwijk
Zoals bekend is – zeker ook in economisch uitdagende tijden – de continuïteit van voor de open Nederlandse economie zo belangrijke familiebedrijven gebaat bij goed functionerende fiscale bedrijfsopvolgingsregeling. Dit gegeven levert in combinatie met een (te formeren) nieuw kabinet een uitdagend vooruitzicht op.
Nieuwe/hogere jurisprudentie is gevormd over toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling SW bij vastgoedexploitatie en bij cumulatief preferente aandelen alsmede over de samenhang tussen deze regeling en de doorschuifregeling Wet IB 2001. De nadruk lag evenwel op de evaluatie van fiscale bedrijfsopvolgingsregelingen en de mogelijke uitstraling hiervan richting potentiële beleidsmaatregelen. Hiermee keren we terug bij de onvoorspelbare politieke dynamiek op het ‘strategische dossier’ bedrijfsopvolging. Dit terwijl het (groot)familiebedrijf hierbij nu meer dan ooit behoefte heeft aan rust en koersvastheid.
Na enkele onzalige ‘fiscale proefballonnen’ bij de eerdere verkenning van potentiële beleidsopties voor de volgende kabinetsperiode vormde de op 10 december 2020 door de Tweede Kamer unaniem aangenomen motie van de leden Amhaouch en Palland over het belang van een goede bedrijfsopvolging voor familiebedrijven een positief signaal voor de praktijk. Hierin werd opgenomen dat de bedrijfsopvolgingsregeling van belang is en behouden moet blijven en de regering verzocht de Tweede Kamer in het tweede kwartaal van 2021 te informeren over de factoren die bijdragen aan een goede bedrijfsopvolging en over beleidsopties ter versterking hiervan. Dateerde deze motie nog van vóór de Tweede Kamerverkiezingen van 17 maart 2021, dat geldt nadrukkelijk niet voor de op 6 juli 2021 met een (zeer) ruime meerderheid door de Tweede Kamer aangenomen motie van het lid Van Haga c.s. over het verbeteren van de bedrijfsopvolgingsregeling SW 1956 en motie van het lid Aartsen c.s. over het harmoniseren van de bezits- en voortzettingseis binnen de bedrijfsopvolgingsregeling SW.
Vanuit een bestendige gedragslijn blijven de ‘succesfactoren’ eenvoud, eenduidigheid en voorspelbaarheid van zowel criteria als liquiditeitsbeslag juist nu ook mijn benchmark voor de praktijk.
Wanneer u een abonnement heeft op KWEP via Kluwer Navigator, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel KWEP 2021/16.
Naar literatuur overzicht