Goederenrechtelijke of verbintenisrechtelijke werking van de voorwaardelijke uitsluitingsclausule (WPNR 2022/7354)
09-05-2022 | Categorie: Literatuur
C.C.M. van Oorschot LL.M.
In dit artikel geeft de auteur aan dat het al dan niet toekennen van goederenrechtelijke werking aan voorwaardelijke uitsluitingsclausules diverse civielrechtelijke en fiscaalrechtelijke gevolgen heeft. Het is dan ook belangrijk dat er in de praktijk geen onzekerheid bestaat over de mogelijkheden om goederenrechtelijke werking aan een uitsluitingsclausule te verbinden. In de parlementaire geschiedenis is duidelijk erkend dat goederenrechtelijke werking mogelijk is. Helaas zorgt de literatuur nog steeds voor verwarring op dit punt. Naar de mening van de auteur kunnen voorwaardelijke uitsluitingsclausules goederenrechtelijke werking hebben en is het van belang om in besprekingen met schenkers, begiftigden en testateurs de voor- en nadelen (zowel civielrechtelijk als fiscaalrechtelijk) van uitsluitingsclausules met eventuele goederenrechtelijke werking af te wegen. Deze voor- en nadelen zijn afhankelijk van het soort goed dat wordt geschonken of nagelaten (bijvoorbeeld onroerend goed, aandelen in een onderneming, een onderneming, een som geld), waarbij ook mogelijke zaaksvervanging een rol kan spelen. Het is de kunst (en toegevoegde waarde) van de betrokken adviseur, waaronder nadrukkelijk de notaris, om op basis van de wensen van cliënten de juiste keuzes te maken en in de akten te verwoorden.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel WPNR 2022/7354.
Naar literatuur overzicht