Statutenwijziging van een stichting: ook via art. 4:134 BW? (FTV 2021/27)
30-09-2021 | Categorie: Literatuur
Mr. T.F.H. Reijnen
Dit onderwerp is voor velen in nevelen gehuld, terwijl statutenwijziging voor de praktijk een belangrijk onderwerp is − niet alleen voor de bij dode opgerichte stichting. De bij dode opgerichte stichting is de stichting die in leven wordt geroepen op grond van een uiterste wilsbeschikking. Van de bij dode opgerichte stichting bestaan twee varianten:
- de bij uiterste wilsbeschikking in het leven geroepen stichting; en
- de krachtens uiterste wilsbeschikking in het leven geroepen stichting.
Voor de stichting is het wettelijk uitgangspunt dat statutenwijziging niet mogelijk is als de statuten daarin niet voorzien. Maar ook als de statuten daarin voorzien, is het wijzigen van het doel (en de andere grondregels) niet zonder meer mogelijk omdat het de oprichter is die bij de oprichting de grondslagen van de stichting vastlegt voor haar gehele bestaansduur. Toch heeft de wetgever ingezien dat wijziging van de statuten nuttig en noodzakelijk kan zijn ook als de oprichter van mening was dat dit niet mogelijk zou moeten zijn. In art. 2:294 lid 1 BW is daarom de voorziening opgenomen dat de rechter de statuten kan wijzigen indien ongewijzigde handhaving van de statuten zou leiden tot gevolgen die bij oprichting redelijkerwijze niet kunnen zijn gewild. De terughoudendheid de statuten van een bij uiterste wilsbeschikking opgerichte stichting te wijzigen, geldt wellicht nog sterker dan bij de bij leven opgerichte stichting. Uit die gedachte vloeit de stelling van de auteur voort dat het doel van een stichting doorgaans moet worden gezien als een last in de zin van art. 4:130 BW. Art. 4:134 lid 1 BW gaat uit van het algemeen belang en de belangen van de lastbezwaarden. Hierbij moet wel worden aangetekend dat de mogelijkheden tot wijziging op basis van art. 4:134 lid 1 BW zijn beperkt tot die gevallen dat de ongewenste beperking in de statuten is opgenomen. In dat soort gevallen kan de rechter het doel van de stichting wijzigen. In de meeste andere gevallen zal moeten worden teruggevallen op art. 2:294 BW als de statuten wijziging niet toestaan.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel FTV 2021/27.
Naar literatuur overzicht