Gesplitste aankoop en de heffing ex art. 10 SW 1956 (FTV 2011/43)
21-10-2011 | Categorie: Literatuur
Mr. C.J.M. Martens
Indien de ene partij van een derde het recht van vruchtgebruik van een vermogensbestanddeel verkrijgt en een andere partij gelijktijdig van die derde de bloot eigendom verwerft, wordt gesproken van een gesplitste aankoop. In deze bijdrage behandelt de auteur de gevolgen voor de heffing van erfbelasting ingeval sprake is van een gesplitste aankoop door ouder (vruchtgebruiker) en kind (bloot eigenaar) en de ouder vervolgens overlijdt. Wordt het kind dan belast op basis van art. 10 Succ.w.? Zo ja, wat is in dat geval de omvang van de te belasten verkrijging? Op deze vragen geeft de auteur in deze bijdrage antwoord. Ook gaat zij in op de vraag of reparatie tijdens leven van de ouder, ter voorkoming van de heffing van erfbelasting, een optie is. De gevolgen voor de heffing van inkomstenbelasting tijdens de bezitsperiode worden in deze bijdrage buiten beschouwing gelaten.
Naar literatuur overzicht