Verknochtheid en de omvang van de huwelijksgemeenschap (I) (WPNR 2011/6902)
20-10-2011 | Categorie: Literatuur
Mr. T.F.H. Reijnen
Bij vraagstukken over de omvang van de gemeenschap dient onder huwelijksgemeenschap te worden verstaan: het samenstel van goederen en schulden tussen de echtgenoten. Doorgaans is de omvang van de huwelijksgemeenschap duidelijk. Soms echter zijn er onduidelijkheden. Een deel van de onduidelijkheden komt voort uit de vraag of er sprake is van zaaksvervanging, of uit de vraag of er sprake is van middellijke verkrijging: is er wel een goederenrechtelijke verkrijging ten behoeve van de huwelijksgemeenschap geweest? De problematiek rond verkrijging onder de uitsluitingsclausule en het vruchtgebruik van afdeling 4.3.2 BW zijn doorgaans op te lossen met behulp van het algemene vermogensrecht. Anders ligt dat met bijzondere verknochtheid. Dit is een specifiek verschijnsel uit het huwelijksvermogensrecht en verdient nadere aandacht. Voordat de auteur ingaat op de bijzondere verknochtheid, wordt in dit eerste deel kort stilgestaan bij gemeenschap.
Naar literatuur overzicht