Vruchtgebruik en negatieve rente (WPNR 2021/7327)
31-05-2021 | Categorie: Literatuur
Mr. P.C. van Es
Het is tegenwoordig niet ongebruikelijk dat banken bij grotere spaartegoeden een negatieve rente in rekening brengen. In dit verband rijst de interessante vraag hoe hiermee moet worden omgegaan wanneer het saldo op de rekening voorwerp is van vruchtgebruik. Rente vormt een vrucht van het banksaldo, maar geldt dit ook voor negatieve rente? Een overkoepelende definitie van vruchten ontbreekt in het BW. Het is gangbaar om als vruchten aan te merken, de (periodieke) opbrengsten van een goed. Negatieve rente kan moeilijk beschouwd worden als een ‘opbrengst’ van het banksaldo.
Denkbaar is wel dat partijen bij de vestiging van het vruchtgebruik bepalen dat de negatieve rente moet worden beschouwd als vrucht van het banksaldo. De slotzin van art. 3:216 BW biedt deze ruimte. De mogelijkheid om te bepalen wat als vrucht moet worden aangemerkt is echter niet onbeperkt. Zij bestaat alleen als naar verkeersopvatting redelijkerwijze twijfel kan bestaan over de vraag of iets een vrucht is.
Wanneer negatieve rente wordt aangemerkt als een vrucht van het banksaldo komt de negatieve rente ten laste van de vruchtgebruiker; deze is immers degene die de vruchten geniet. Maar hoe zit het als de negatieve rente níet als vrucht kan worden aangemerkt? De negatieve rente zou in dat geval ten laste komen van de hoofdgerechtigde als men het standpunt inneemt dat de negatieve rente de waarde van het in vruchtgebruik gegeven goed (de geldsom) als zodanig doet verminderen. Bij de vermindering van een aan vruchtgebruik onderworpen banksaldo als gevolg van verschuldigde negatieve rente zit dit anders. Het geld als zodanig is niet minder waard geworden, maar er zijn bepaalde kosten (de kosten voortvloeiend uit de negatieve rente) voldaan uit het in vruchtgebruik gegeven geldbedrag waardoor het saldo is verminderd. Ter onderbouwing van de stelling dat de negatieve rente ten laste komt van de vruchtgebruiker, kan gewezen worden op art. 3:220 lid 1 BW. Dit artikel bepaalt dat gewone lasten en herstellingen door de vruchtgebruiker gedragen worden. Desalniettemin kan negatieve rente in de ogen van de auteur moeilijk anders worden gezien dan door de bank berekende bewaarkosten die ten laste komen van de vruchtgebruiker.
Het gevolg van het bovenstaande is dat de vruchtgebruiker van een banksaldo de negatieve rente uit eigen zak moet bijpassen. Dit zal veelal niet de bedoeling zijn van partijen (of van de erflater bij erfrechtelijk vruchtgebruik). Men kan de vruchtgebruiker tegemoetkomen door hem specifiek met het oog op de voldoening van eventuele negatieve rente de bevoegdheid toe te kennen om de aan het vruchtgebruik onderworpen goederen te vervreemden en te verteren.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel WPNR 2021/7327.
Naar literatuur overzicht