Groot-aandeelhouder en periodiek verrekenbeding (WPNR 2011/6902)
20-10-2011 | Categorie: Literatuur
Prof. mr. M.J.A. van Mourik
Periodieke verrekenbedingen zien veelal op de verrekening van inkomsten of van inkomsten uit arbeid. In beginsel omvatten beide uitdrukkingen winst uit onderneming, ook al is dat niet met zoveel woorden aangeduid. De uitleg van de desbetreffende bepaling kan tot een andere uitkomst voeren. Het is wenselijk dat huwelijkse voorwaarden nadere informatie verschaffen omtrent hetgeen zoal onder inkomsten (uit arbeid) moet worden begrepen. Drijft een echtgenoot zijn onderneming door middel van een BV, dan mag zulks in beginsel niet tot gevolg hebben dat de winst uit onderneming buiten de verrekening blijft. Formeel behoort deze winst tot het vermogen van de rechtspersoon. Door de waardestijging van de aandelen komt deze indirect ten goede aan de aandeelhouder. Als de zeggensmacht toereikend is kan hij over de voor uitkering vatbare winst beschikken, bijvoorbeeld door deze als dividend uit te keren. BV en groot-aandeelhouder kunnen worden vereenzelvigd. Deze bijdrage gaat over verrekening van niet uitgekeerde winst van een BV waarin een echtgenoot overwegende zeggensmacht heeft.
Naar literatuur overzicht