Het levenstestament overruled: toch onderbewindstelling en benoeming andere vertegenwoordiger (JBN 2021/32)
12-08-2021 | Categorie: Literatuur
Mr. dr. L.M. de Hoog
Het belang van een meerderjarige vergt onder bepaalde omstandigheden dat tegen zijn wil een bewind wordt ingesteld en dat bovendien een andere bewindvoerder wordt benoemd dan die voor wie hij zijn voorkeur had uitgesproken. Aan de hand van recente rechtspraak wordt in dit artikel besproken welke omstandigheden daartoe aanleiding kunnen geven.
De autonomie van het individu moet worden gerespecteerd, ook wanneer dat individu niet (langer) in staat is zijn of haar eigen belangen te behartigen. Als een meerderjarige in een levenstestament zelf een vertegenwoordiger heeft aangewezen, is in beginsel voor een bewind en een door de rechter benoemde bewindvoerder geen plaats. Niettemin zal de rechter een bewind instellen als de belangen van de rechthebbende onder de gegeven omstandigheden door de vertegenwoordiging middels het levenstestament onvoldoende worden beschermd. De rechter zet daarmee het levenstestament opzij. De wijze waarop de gevolmachtigde van zijn vertegenwoordigingsbevoegdheid gebruikmaakt, speelt daarbij een belangrijke rol. Ook een verstoorde verstandhouding tussen de gevolmachtigde en de familieleden van de volmachtgever weegt zwaar mee, zeker als de volmachtgever daar last van heeft. Die omstandigheden kunnen bovendien gegronde redenen vormen om bij de benoeming van de bewindvoerder af te wijken van de uitdrukkelijke voorkeur van de rechthebbende. Uiteindelijk zal de rechter zich laten leiden door hetgeen hij onder de gegeven omstandigheden het meest in het belang van de rechthebbende acht.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel JBN 2021/32.
Naar literatuur overzicht