Beperkt of niet, breukdeel of niet, de huwelijksgemeenschap blijft bijzonder (FBN 2021/37)
12-08-2021 | Categorie: Literatuur
Prof. mr. B.M.E.M. Schols
De auteur gaat in dit artikel in op het voor de notariële praktijk belangrijke arrest HR 7 mei 2021 over boedelmenging op grond van een beperkte huwelijksgemeenschap van bankrekening in het licht van gift en schenkbelasting. Van daaruit maakt hij een uitstapje naar het fenomeen ‘breukdelengemeenschap’ als bedoeld in art. 1:100 BW en de uitspraak van Rechtbank Noord-Holland 20 november 2020 over onder meer de erfbelasting oftewel art. 11 lid 4 SW in het bijzonder. In de finale van zijn bijdrage stipt hij ook de eventuele betekenis van deze uitspraken aan voor de betreffende uitgezonderde verkrijgingen voor de overdrachtsbelasting, art. 3 lid 1 sub a en b WBR.
Na het verschijnen van genoemde rechtspraak staat dit onderwerp in de juridische wereld de komende tijd ongetwijfeld in het middelpunt van de belangstelling, niet alleen bij de adviseurs maar ook bij de fiscale wetgever. Vergeet niet dat er al een ‘oud’ plan klaar ligt (Overige Fiscale Maatregelen 2018) met de 50%-regel die uiteindelijk niet werd ingevoerd.
De Hoge Raad zal zich al langzaam gaan voorbereiden op de kwestie breukdelengemeenschap. Een eerste klein stapje is mijns inziens op 7 mei 2021 echter al door ons hoogste rechtscollege gezet. De vraag is dan ook of het fiscale besluit van 29 maart 2018 over de beperkte gemeenschap en de breukdelengemeenschap in het licht van de schenkbelasting niet vervangen of ingetrokken moet worden.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel FBN 2021/37.
Naar literatuur overzicht