Giften uit het fideicommissair vermogen en de legitieme portie (FTV 2021/10)
30-04-2021 | Categorie: Literatuur
Mr. dr. R.E. Brinkman
In dit artikel staat de auteur stil bij de civielrechtelijke gevolgen als er ten laste van het fideicommissaire vermogen giften worden gedaan. Met name de vraag welke gevolgen dergelijke giften hebben voor de omvang van de legitieme portie in de nalatenschap van de bezwaarde.
De combinatie van de legitieme portie en het fideicommis is niet nieuw. Wel nieuw zijn enkele van de in dit artikel opgenomen vragen, althans voor zover de auteur bekend nog niet eerder besproken in de literatuur of aan bod gekomen in de jurisprudentie. De in art. 4:87 lid 5 BW ‘verborgen’ bepaling komt hier vol tot zijn recht. In de casus die in onderhavig artikel is behandeld, kan die bepaling mogelijk ook zijn invloed doen gelden op de nalatenschap van de bezwaarde (moeder) zelf: hoewel dat vermogen niet draagplichtig is voor de schuld ter zake van een andere nalatenschap (die van vader), moet bij het ontbreken van verhaal in laatstgenoemde nalatenschap, de schuld toch meegenomen worden in eerstgenoemde nalatenschap (die van moeder). Ook de vraag of een gift door de bezwaarde uit het fideicommissair vermogen invloed heeft op de legitimaire massa in de nalatenschap van de bezwaarde is nog niet beslist. Hoewel er volgens de auteur meer voor te zeggen is dat een dergelijke gift géén invloed heeft op de legitimaire massa (hetgeen onze oosterburen ook zo beoordelen), is het laatste woord hierover nog niet gesproken. Het fideicommis verveelt geen moment.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel FTV 2021/10.
Naar literatuur overzicht