Evaluatie van de Wet BETS: voorkomt art. 4:192 lid 1 (nieuw) BW dat erfgenamen onbewust zuiver aanvaarden? (FTV 2021/19)
31-05-2021 | Categorie: Literatuur
Mr. H.J. de Jonge
Met de Wet BETS is de aanvaardingsfictie van art. 4:192 lid 1 BW gewijzigd en art. 4:194a BW ingevoerd. In dit artikel wordt art. 4:192 lid 1 BW besproken. De vraag staat centraal of (het gewijzigde) artikel voorkomt dat erfgenamen onbewust een nalatenschap zuiver aanvaarden.
Sinds 1 september 2016 is de tekst van art. 4:192 lid 1 BW twee keer gewijzigd. Blijkens de wetsgeschiedenis beoogt deze bepaling schuldeisers te beschermen tegen benadeling door erfgenamen. Slechts de gedragingen die leiden tot benadeling van schuldeisers, hebben zuivere aanvaarding tot gevolg. De tekst van de wet leidt echter niet tot deze uitkomst. Met het aangaan van overeenkomsten strekkende tot vervreemding of bezwaring van goederen van de nalatenschap of deze op andere wijze aan het verhaal van schuldeisers te onttrekken, hoeft geen benadeling van schuldeisers plaats te vinden. Als een nalatenschapsgoed wordt verkocht voor een reële waarde, waarna schuldeisers zich kunnen verhalen op de verkoopopbrengst, hoeft immers geen benadeling van de schuldeiser plaats te vinden. Met het verkopen van nalatenschapsgoederen heeft een erfgenaam echter wél als heer en meester over de nalatenschap beschikt en daarmee zuiver aanvaard. Ook wordt in de wetsgeschiedenis opgemerkt dat niet kan worden aangenomen dat een erfgenaam onbewust beschikkingshandelingen verricht. Het verrichten van beschikkingshandelingen zal hij inderdaad niet onbewust doen. Een erfgenaam hoeft zich er echter niet bewust van te zijn dat het verrichten van beschikkingshandelingen tot zuivere aanvaarding leidt. Veel erfgenamen zullen niet beseffen dat zij door het verrichten van beschikkingshandelingen zuiver aanvaarden. Een clausule in een uiterste wil over de keuzebevoegdheid van een erfgenaam kan eraan bijdragen dat een erfgenaam onbewust zuiver aanvaardt, maar het gewijzigde art. 4:192 lid 1 BW voorkomt niet dat erfgenamen onbewust zuiver aanvaarden. Desondanks beschouwt de auteur de wijziging als een stap in de goede richting, want de wet maakt duidelijk welke handelingen thans tot zuivere aanvaarding leiden. Minder gedragingen leiden nu tot zuivere aanvaarding dan voor inwerkingtreding van de Wet BETS. Dit verbetert de positie van een erfgenaam. Bovendien is vanaf 1 september 2016 relatief weinig geprocedeerd over dit artikel, wat als positief signaal mag worden beschouwd.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel FTV 2021/19.
Naar literatuur overzicht