Jurisprudentie over een finaal verrekenbeding, het aangaan van een beperkte huwelijksgemeenschap en een breukdelengemeenschap (FTV 2021/22)
11-08-2021 | Categorie: Literatuur
Mr. T.C. Hoogwout
Recent is jurisprudentie gewezen over het finaal verrekenbeding, het aangaan van een beperkte gemeenschap en de breukdelen gemeenschap. In alle drie de zaken speelt de vraag of sprake is van een gift bij het vrijwillig uitvoeren van een finaal verrekenbeding, het aangaan van de beperkte huwelijksgemeenschap, of het wijzigen van gerechtigdheid tot de huwelijksgemeenschap. In dit artikel wordt deze jurisprudentie besproken.
De Hoge Raad heeft zijn oordeel uit 1959 en 1971 eveneens van toepassing geacht op het aangaan van een beperkte huwelijksgoederengemeenschap en daarmee is sprake van een bestendige gedragslijn. Ook bij het aangaan van een beperkte gemeenschap met slechts één vermogensbestanddeel is geen sprake van een voltooide waardeverschuiving. Het geschonkene moet uit het vermogen van de schenker zijn gegaan en daarvan is geen sprake als het goed in een (beperkte) huwelijksgemeenschap wordt gebracht. Rechtbank Noord-Holland heeft in lijn met de arresten van de Hoge Raad uit 1959 en 1971 geoordeeld met betrekking tot de afwijkende breukdeel van 90%-10%. Als deze uitspraak in stand blijft bij het hof en eventueel na cassatie bij de Hoge Raad, is het te verwachten dat de wetgever het wetsvoorstel uit de ‘Overige fiscale maatregelen 2018’ afstoft en weer indient. Wellicht dat een dergelijk voorstel beter kan worden meegenomen bij een fundamentele herziening van de Successiewet, dan via een losstaande aanpassing.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel FTV 2021/22.
Naar literatuur overzicht