Toerekening van de schenking als de schenker in gemeenschap van goederen is gehuwd (FBN 2021/8)
15-03-2021 | Categorie: Literatuur
Mr. T.C. Hoogwout
Recent hebben zowel rechtbank Zeeland-West-Brabant als rechtbank Noord-Nederland geoordeeld over de vraag of een schenking door een in gemeenschap van goederen gehuwde schenker moet worden toegerekend aan beide echtgenoten. De rechtbanken hebben deze vraag echter tegenovergesteld beantwoord. Over deze vraag was al eerder in civielrechtelijke zaken geoordeeld door hof Arnhem-Leeuwarden, rechtbank Midden-Nederland en rechtbank Den Haag. Het antwoord op deze vraag is zowel civiel- als fiscaalrechtelijk relevant. Naast de omvang van de legitieme portie kan civielrechtelijk bijvoorbeeld de vraag spelen of gedane schenkingen in de nalatenschap moeten worden ingebracht. Fiscaalrechtelijk is het bijvoorbeeld relevant voor giften die binnen 180 dagen voorafgaand aan het overlijden van de schenker zijn verricht en voor de vraag of Nederland schenkbelasting mag heffen als de in gemeenschap van goederen gehuwde echtelieden in het buitenland wonen en de schenker niet de Nederlandse nationaliteit heeft. In dit artikel worden eerst de civielrechtelijke aspecten en vervolgens de fiscaalrechtelijke aspecten besproken.
Civielrechtelijk is iemand slechts partij bij een rechtshandeling als hij die rechtshandeling persoonlijk heeft verricht dan wel die rechtshandeling namens hem is verricht door een bevoegd vertegenwoordiger. Dit laatste geldt ook indien degene die de rechtshandeling heeft verricht gehuwd is in gemeenschap van goederen. Het feit dat de financiële gevolgen van een rechtshandeling eveneens de echtgenoot van de handelende partij aangaan, maakt die echtgenoot zelf nog geen partij bij de rechtshandeling. Volgens de jurisprudentie wordt een gift geheel toegerekend aan de degene die daarbij partij is. Dat de echtelieden in gemeenschap van goederen waren gehuwd en de gift daardoor uiteindelijk ten laste van beiden is gekomen, maakt niet dat de gift mede door de andere echtgenoot is gedaan. Voor het fiscale recht zijn geen argumenten aanwezig om af te wijken van deze formele benadering. Het toepassen van een economisch benadering zoals in het onderhavige besluit van de staatssecretaris is volgens de auteur onjuist. De begrippen schenking en gift zijn immers civiel- en fiscaalrechtelijk identiek.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel FBN 2021/8.
Naar literatuur overzicht