Het realiseren van een holdingstructuur zonder belasting betalen (VFP 2021/11)
10-03-2021 | Categorie: Literatuur
Drs. J.H.J. Brauwers
Het komt in de praktijk nog te vaak voor: een ondernemer met slechts één bv. Dit is om meerdere redenen niet in alle situaties de meest ideale structuur. Een holdingstructuur is veelal een betere ondernemingsstructuur.
De vraag is dan vervolgens hoe de ondernemer met een één-bv-structuur over kan naar een holdingstructuur zonder dat dit tot een afrekening van verschillende fiscale claims leidt.
Hiervoor bestaan de volgende fiscale faciliteiten:
- de gefacilieerde aandelenfusie (art. 3.55 Wet IB 2001);
- de gefacilieerde bedrijfsfusie (art. 14 Wet VPB 1969 1969);
- de gefacilieerde juridische splitsing (art. 14a Wet VPB 1969);
- de fiscale eenheid (art. 15 Wet VPB 1969).
Of een holdingstructuur voor een ondernemer aantrekkelijk is, zal overigens van geval tot geval beoordeeld moeten worden. Ook dient te worden bedacht dat de ene faciliteit met veel meer formaliteiten gepaard gaat dan de ander. Met name de splitsingsfaciliteit vereist de nodige (juridische) formaliteiten. Daar staat tegenover dat sprake is van een overgang onder algemene titel, wat inhoudt dat de overgedragen vermogensbestanddelen niet afzonderlijk hoeven te worden geleverd (zoals bij een bedrijfsfusie). In het algemeen kan gesteld worden dat geen van de mogelijke faciliteiten voor alle situaties de meeste voordelen biedt. De feiten en omstandigheden bepalen welke faciliteit er in een specifieke situatie het beste alternatief is.
Wanneer u een abonnement heeft op VFP via Kluwer Navigator, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel VFP 2021/11.
Naar literatuur overzicht