Vaststellingsovereenkomst bij niet-uitgevoerd verrekenbeding en het belang van een rekenkundige exercitie (WPNR 2020/7299)
15-12-2020 | Categorie: Literatuur
Mr. G.A. Tuinstra
Met een vaststellingsovereenkomst (art. 7:900 BW) kunnen echtgenoten tijdens huwelijk de gevolgen van een niet-uitgevoerd periodiek verrekenbeding in eigen hand houden. Dit betekent niet dat elke cijfermatige onderbouwing zonder meer achterwege kan blijven. Twee cases voor Hof Den Bosch illustreren waarom niet.
De vaststellingsovereenkomst is een krachtig instrument om een niet-uitgevoerd periodiek verrekenbeding onder controle te houden, maar kent eigen spelregels die cruciaal zijn voor het effect. Het bezigen van termen als “vaststellingsovereenkomst” volstaat in elk geval niet. De alerte notaris zal bedacht zijn op de ware aard van de overeenkomst, de mogelijkheid van vernietigbaarheid wegens dwaling en partijen risicobewust maken bij het sluiten van de overeenkomst. Dit lijkt niet goed mogelijk zonder enige notie van de voor de verrekening benodigde en beschikbare cijfers.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel WPNR 2020/7299.
Naar literatuur overzicht