BOR: voor iedere toegerekende onderneming een afzonderlijke bezitstermijn? (NTFRB 2020/25)
15-12-2020 | Categorie: Literatuur
Prof. mr. dr. P.G.H. Albert
Bij schenking van aandelen in een holding is voor toepassing van de BOR vereist dat de schenker al vijf jaar aanmerkelijkbelanghouder in de holding is. Ervan uitgaande dat de holding zelf geen onderneming drijft, is voorts vereist dat de schenker al vijf jaar een middellijk aanmerkelijk belang heeft in ten minste één dochtermaatschappij en die dochtermaatschappij al vijf jaar een onderneming uitoefent. Maar hoe zit het bij twee of meer dochtermaatschappijen? Wordt de vijfjaarstermijn dan per dochtermaatschappij getoetst?
Wanneer een holding de aandelen in een werkmaatschappij koopt die een materiële onderneming drijft, zal voor die onderneming een nieuwe bezitstermijn starten van vijf (schenking) of één jaar (vererving). Dat is anders indien de onderneming van de gekochte werkmaatschappij geïntegreerd wordt met een al bestaande (aan de holding toegerekende) onderneming.
Wanneer een holding de aandelen in een vennootschap koopt die geen materiële onderneming drijft, is het denkbaar dat de bezittingen van die vennootschap voor de holding direct ondernemingsvermogen gaan vormen.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel NTFRB 2020/25.
Naar literatuur overzicht