Redelijkheid en billijkheid, misbruik van omstandigheden en verboden beschikkingen (WPNR 2020/7279)
08-06-2020 | Categorie: Literatuur
Mr. H.J. de Jonge
Kunnen redelijkheid en billijkheid in het testamentaire erfrecht - bijvoorbeeld indien de uitkomst van een uiterste wilsbeschikking tot onaanvaardbare gevolgen leidt - derogerend werken? Bijvoorbeeld in het geval dat een derde de testateur vóór het opstellen van zijn uiterste wil heeft beïnvloed, maar deze derde geen uitgesloten persoon is in de zin van art. 4:57-62 BW. De zogenoemde verboden beschikkingen bieden in zo’n situatie geen soelaas, want de lijst van uitgesloten personen is limitatief. Het antwoord op voormelde vraag is van belang, omdat een uiterste wilsbeschikking niet vatbaar is voor vernietiging op de grond dat zij door misbruik van omstandigheden tot stand is gekomen (art. 4:43 lid 1 BW). Indien deze vraag bevestigend kan worden beantwoord, zijn de verboden beschikkingen dan nog wel nodig? De verboden beschikkingen vormen immers een beperking op de testeervrijheid. Indien deze vraag ontkennend dient te worden beantwoord, kan de vraag worden gesteld of het niet beter zou zijn om een uiterste wilsbeschikking aantastbaar te maken wegens misbruik van omstandigheden.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel WPNR 2020/7279.
Naar literatuur overzicht