De rechtskeuze in het interregionaal erfrecht versus de legitieme portie (I en II) (WPNR 2020/7273 en 7274)
08-06-2020 | Categorie: Literatuur
Mr. K.R. Filesia
De discussie omtrent het behoud van de legitieme is overgewaaid naar de Caribische landen van het Koninkrijk der Nederlanden (hierna: Koninkrijk), doch het verloop hiervan heeft in mindere mate geleid tot al te veel fanfare. Met de inwerkingtreding van het nieuwe erfrecht op Curaçao (2012) en Sint Maarten (2014) is de regeling inzake de legitieme portie uit hun Burgerlijk Wetboek geschrapt. Ook op Aruba heeft het Arubaans parlement in 2016 ter voorbereiding op de invoering van de Landsverordening aanvulling Burgerlijk Wetboek Aruba, ingestemd met de afschaffing van de legitieme. Enkel in Nederland zijn er vooralsnog geen aanstalten gemaakt om een einde te maken aan de legitieme. Voor velen is het bovenvermelde vanuit het oogpunt van estate planning interessant, gelet op het feit dat de toepassing van een rechtsstelsel binnen het Koninkrijk dat een grotere mate van testeervrijheid toekent aan de (toekomstige) erflater, tot het buiten werking stellen van de Nederlandse regeling inzake de legitieme portie kan leiden. Des te meer, indien er een rechtskeuze kan worden gemaakt voor één van deze rechtsstelsels.
In dit tweedelige artikel wordt allereerst aandacht besteed aan de Europese Erfrechtverordening en de verwijzingen hierin naar het interregionaal privaatrecht. Vervolgens wordt het thans geldende conflictenrecht in het Nederlands interregionaal erfrecht besproken en wordt onderzocht in hoeverre de mogelijkheid bestaat voor een Nederlander om een rechtskeuze te maken voor een rechtsstelsel van een land binnen het Koninkrijk waarin de legitieme niet in het Burgerlijk Wetboek voorkomt. Voorts zal de toepassing van art. 36 ErfVo en een tweetal algemene leerstukken in het Nederlands interregionaal erfrecht de revue passeren.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link de complete artikelen raadplegen: artikel WPNR 2020/7273 en artikel WPNR 2020/7274.
Naar literatuur overzicht