Meerwaardeclausule, derdenbeding en het giftbegrip (FBN 2011/43)
24-08-2011 | Categorie: Literatuur
Mr. A.J. Janssen
In deze bijdrage gaat de auteur nader in op de uitspraak van het Hof 's-Hertogenbosch van 20 januari 2011, LJN BQ2845. In deze zaak verkoopt moeder in 1997 een perceel grond aan zoon A. De koopsom is gelijk aan de waarde zoals die, met als peildatum een jaar eerder, minnelijk is getaxeerd. Bij de verkoop komen moeder en A een meerwaardeclausule overeen. Deze houdt in dat bij vervreemding binnen vijftien jaar de gerealiseerde meerwaarde wordt gedeeld tussen moeder en haar vier kinderen, onder wie A. Ieder ontvangt bij verkoop in dat tijdvak 20% van de meerwaarde. In 2004 verkoopt A de grond waarde de meerwaardeclausule actief wordt. Hierdoor ontvangen de andere kinderen (B, C en D) ieder ruim € 162.000. De inspecteur legt een aanslag schenkingsrecht op voor een gift van moeder aan B, C en D wegens een derdenbeding. De rechtbank vernietigt de aanslag en het Hof 's-Hertogenbosch bevestigt dit oordeel. De staatssecretaris heeft zich blijkens de intrekking van het cassatieberoep neergelegd bij dit oordeel (7 april 2011, nr. DGB 2011/1369).
Naar literatuur overzicht