Nieuw Belgisch erfrecht (FTV 2019/11-12)
26-02-2020 | Categorie: Literatuur
H. Casman, A.L. Verbeke en B. Verdickt
Het Belgisch erfrecht is door de Erfwetten van 2017 en 2018 hervormd. Ze hebben een aantal oude regels vaarwel gezegd, zoals de inbreng- en inkortingregeling in natura, die vervangen worden door regelingen waarbij waardes vergoed en geen goederen ‘teruggegeven’ moeten worden. Ze hebben ieder burger van België meer vrijheid gegeven om zijn nalatenschap over te laten aan wie hij of zij daarvoor bij voorkeur wil aanduiden, zonder miskenning van de aanspraken van kinderen, die nochtans in omvang zijn verminderd. Er is gestreefd naar een vernieuwde regeling voor de langstlevende echtgenote, binnen een nieuw evenwicht tussen haar positie en die van de kinderen van de erflater. Er is meer ruimte om over de nalatenschap afspraken te maken, ook reeds tijdens het leven van de erflater, zonder dat basisregels van ons civiel recht geweld wordt aangedaan. De nieuwe erfregels kunnen rond vijf grote thema’s toegelicht worden: de schenkingen die de kinderen hebben gekregen en die ze in de nalatenschap in rekening moeten brengen (inbrengregels), de nieuwe regels over de reserve van de kinderen (inkortingregels), de rechten van de langstlevende echtgenote (erfrecht, vruchtgebruik, omzetting en ontneming daarvan), de rechten van ascendenten (hun reserve is door een onderhoudsvordering vervangen) en de erfovereenkomsten of overeenkomsten over een niet opengevallen nalatenschap (veel ruimer toegelaten dan voorheen). Hoewel met ingang van dezelfde datum (1 september 2018) ook het Belgisch Huwelijksvermogensrecht is hervormd, focussen de auteurs in deze bijdrage enkel op het nieuwe erfrecht, en binnen dat erfrecht over hetgeen per 1 september 2018 is veranderd.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel FTV 2019/11-12/43.
Naar literatuur overzicht