Aangaan gemeenschap van en/of-rekening een schenking? (KWEP 2020/2)
12-05-2020 | Categorie: Literatuur
Mr. M.C.J. Oliemans
Op 10 december 2019 heeft Hof Arnhem-Leeuwarden een uitspraak gewezen in een zaak die de gemoederen in de praktijk behoorlijk bezighoudt. Centraal stond de vraag of het aangaan van een beperkte huwelijksgemeenschap een schenking inhoudt. In de voorliggende uitspraak had Rechtbank Gelderland, in lijn met eerdere jurisprudentie van de Hoge Raad, beslist dat het aangaan van een huwelijksgemeenschap geen schenking inhoudt. In dit artikel wordt eerst de uitspraak weergegeven. Vervolgens gaat de auteur op de vraag of met het aangaan van een beperkte (huwelijks)gemeenschap, de meestvermogende echtgenoot een schenking doet aan de minstvermogende echtgenoot. Tot slot behandelt de auteur een belangrijke voorvraag die niet in deze uitspraak naar voren is gekomen.
De Hoge Raad zal zich opnieuw buigen over de vraag of het aangaan van een beperkte (huwelijks)gemeenschap een schenking is. Mocht de Hoge Raad – volledig tegen zijn visie in 1959 en 1971 in – oordelen dat bij het aangaan van een beperkte huwelijksgemeenschap fiscaal sprake is van een schenking, dan zal dit vanzelfsprekend spectaculaire gevolgen hebben voor de praktijk.
Mocht de Hoge Raad bij zijn standpunt blijven, dan zal in de praktijk niets veranderen. Men zal rekening moeten blijven houden met het feit dat bij de financiering van een gemeenschap, wel degelijk sprake kan zijn van een schenking. Dit is bijvoorbeeld het geval als een aldus ontstaan vorderingsrecht door de ‘financier’ van de gemeenschap wordt prijsgegeven.
Wanneer u een abonnement heeft op KWEP via Kluwer Navigator, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel KWEP 2020/2.
Naar literatuur overzicht