De legitieme portie (WPNR 2019/7260)
28-11-2019 | Categorie: Literatuur
Prof. mr. W.D. Kolkman
Tegenstanders van de legitieme portie wijzen op de vrijheid van het individu, de lossere familie-en gezinsband, de eenvoud van het erfrecht en de forfaitaire aard van de legitieme. Voorstanders doen een beroep op onder meer het verzorgingsaspect, op de familiesolidariteit en de traditie van het eeuwenoude instituut. De auteur voorziet deze laatste drie argumenten van een kort commentaar.
De legitieme portie strekt tot verzorging van de legitimaris. Niettemin heeft de legitieme portie geen oog voor de verzorgingsbehoefte van de gerechtigde. Een zo verregaande ingreep in de vrijheid van het individu eist een steviger grondslag dan het verzorgen van diegenen die daaraan mogelijk geen behoefte hebben. De familieband is dusdanig sterk dat deze niet door een testament terzijde mag worden geschoven. Dit argument lijkt de auteur aan slijtage onderhevig. Aan het erfrecht bestaat niet een behoefte zoals dat vroeger het geval was. Ook de traditionele rol van het erfrecht in de maatschappij neemt af door demografische en socio-economische veranderingen. Daar komt bij dat diverse instrumenten met quasi-erfrechtelijke werking aan invloed winnen. Voorts heeft de positie van de langstlevende echtgenoot in het erfrecht een ongekende opmars gemaakt. In de ogen van de auteur doen al deze ontwikkelingen afbreuk aan het bestaansrecht van de legitieme portie.
Desalniettemin kennen veruit de meeste Europese landen (nog steeds) een legitieme portie. Het ‘dwingende erfrecht’ in Europa valt ruwweg onder te verdelen in drie categorieën. Ten eerste de landen met een legitieme portie in de vorm van een aanspraak op de daadwerkelijke nalatenschap; een erfgenaamschap derhalve. Ten tweede de landen die een geldaanspraak toekennen aan de legitimaris: een aanspraak op de waarde van de nalatenschap. Ten derde zijn er de landen met (een grote mate van) testeervrijheid, maar met op maat gesneden verzorgingsaanspraken.
Is de tijd niet rijp om één daarvan - de blinde legitieme - naar de geschiedenisboeken te verwijzen, wellicht onder gelijktijdige precisering en verruiming van de andere wettelijke rechten?
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel WPNR 2019/7260.
Naar literatuur overzicht