Uitleg huwelijkse voorwaarden, tijdstip van verdeling en verzwijging van gemeenschapsgoederen (JBN 2011/45)
03-08-2011 | Categorie: Literatuur
Mr. J.I. Driessen-Kleijn
In deze bijdrage gaat de auteur nader in op de uitspraak van het Hof Arnhem van 31 augustus 2010, LJN BN9598. In de procedure die bij het hof speelde was sprake van huwelijkse voorwaarden, die zo waren geformuleerd dat uitleg daarvan niet eenduidig was. In de huwelijkse voorwaarden was bepaald dat de echtgenoten met uitsluiting van elke gemeenschap van goederen waren gehuwd. Daarbij was bepaald dat deze uitsluiting van goederen alleen betrekking had op het bedrijfspand en de onderneming van de man en de aan de vrouw toebehorende bankrekening. Na de echtscheiding twisten de ex-echtgenoten of zij nu in gemeenschap van goederen zijn gehuwd met uitsluiting van enkele goederen of juist buiten gemeenschap van goederen met een aantal eenvoudige gemeenschappen. Het Hof Arnhem overweegt dat uit de bewoordingen van de huwelijkse voorwaarden en het feit dat partijen hebben geleefd alsof zij in gemeenschap van goederen waren gehuwd (behoudens de drie genoemde zaken) volgt dat sprake was van een beperkte gemeenschap van goederen waarop, indien daar bij huwelijkse voorwaarden niet van af is geweken, de bepalingen van de algehele gemeenschap van goederen van toepassing zijn.
Naar literatuur overzicht