Rechtsmiddelen tegen en wijziging van de uitdelingslijst in de vereffening van nalatenschappen (JBN 2019/31)
22-07-2019 | Categorie: Literatuur
Mr. J.M. van Anken
Het sluitstuk van de vereffeningsprocedure wordt gevormd door de uitdelingslijst. Het vaststellen van de uitdelingslijst verplicht de vereffenaar het aan een ieder volgens de uitdelingslijst toekomende uit te keren. Echter niet dan nadat belanghebbenden een termijn is gegund om tegen de uitdelingslijst in verzet te komen en daarna eventueel cassatieberoep in te stellen. Om die discussie in goede banen te leiden, is in Boek 4 BW voorzien in een procedure die uitputtend voorschrijft welke middelen belanghebbenden kunnen inzetten om invloed te hebben op de uitdeling na vereffening. Daartoe staat voor hen de mogelijkheid van verzet open, waarbij zij de rechter kunnen verzoeken de uitdelingslijst te wijzigen. Dit artikel behandelt de rechtsmiddelen die kunnen worden ingesteld tegen de uitdelingslijst en de beschikking op verzet, de termijnen waarbinnen dat moet gebeuren en de manier waarop de rechter de uitdelingslijst, als deze het verzet gegrond oordeelt, wijzigt.
Vervolgens gaat de auteur in dit artikel nader in op de beschikking van de Hoge Raad van 21 december 2018 die door menig vereffeningsjurist ongetwijfeld als vervroegd kerstcadeau zal zijn toegejuicht. In het geval ook na wijziging van de uitdelingslijst door de rechter onoverkomelijke bezwaren bestaan tegen de inhoud van de lijst, geeft de Hoge Raad in de uitspraak die in deze bijdrage centraal staat een duidelijke boodschap: het is net als in faillissement. Daarom komt aan belanghebbenden niet de mogelijkheid toe van hoger doch slechts het hoogste beroep: cassatie bij de Hoge Raad. Met enige haast bovendien, aangezien zij slechts acht dagen de tijd hebben voor het instellen daarvan.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels onderstaande link het complete artikel raadplegen: artikel JBN 2019/31.
Naar literatuur overzicht