Er is altijd recht op partnerpensioen, toch? (KWEP 2019/11)
04-07-2019 | Categorie: Literatuur
Mr. A.E. Koning
Als iemand deelneemt aan een pensioenregeling, bouwt hij ouderdomspensioen op. Naast het ouderdomspensioen is er meestal ook sprake van een partnerpensioen. Maar volgt er in alle mogelijke situaties daadwerkelijk een uitkering aan de achtergebleven partner? Het antwoord is nee.
Het Nederlandse pensioenstelsel kent drie pijlers. De eerste pijler is het overheidspensioen met AOW (ouderdomspensioen) en Anw (nabestaandenvoorziening). De tweede pijler is het werkgevers-werknemerspensioen met ouderdomspensioen en partnerpensioen. De werkgever zegt dit pensioen toe aan de werknemer, het vloeit voort uit cao-afspraken of er is sprake van een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds. De pensioenregeling wordt verder vastgelegd in een pensioenbrief of een pensioenreglement. In de pensioenbrief of het pensioenreglement vinden we onder welke voorwaarden uitkering van een partnerpensioen plaatsvindt. Het partnerpensioen wordt ook wel nabestaandenpensioen genoemd. De derde pijler bestaat uit iemands eventuele eigen voorzieningen, bijvoorbeeld beleggingen, spaargelden of levensverzekeringen of lijfrenten.
De wettelijke regeling van het werkgevers-werknemerspensioen vinden we voor een groot gedeelte terug in de Pensioenwet (PW) en de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB 1964). Er zijn nog andere wetten, maar de twee genoemde wetten vormen het kader. De PW en de Wet LB 1964 bevatten beide een definitie van partnerpensioen. Om voor partnerpensioen in aanmerking te komen moet de partner voldoen aan de omschrijving van partner in het pensioenreglement. De eis dat een relatie vóór de pensioenleeftijd is begonnen vinden we in verschillende pensioenregelingen, net zoals een sterfbedclausule bedoeld om te voorkomen dat mensen partner worden alleen om partnerpensioen, en een levenslange uitkering krijgen. Aan de hand van een aantal casus laat de auteur zien, dat het niet altijd goed gaat met het partnerpensioen. Als estate planner is het goed zich dit tijdig te realiseren en cliënten zo nodig hiervoor te verwijzen naar een financieel planner, zodat de partners zo mogelijk in privé voorzieningen kunnen treffen.
Wanneer u een abonnement heeft op KWEP via Kluwer Navigator, dan kunt u middels onderstaande link het complete artikel raadplegen: artikel KWEP 2019/11.
Naar literatuur overzicht