Estate Planning Expert
 

ACTUEEL
19-11-2024 - Verrekening van eerder geheven erfbelasting bij tweede verkrijging uit dezelfde nalatenschap (WPNR 2024/7479)
13-11-2024 - Hof Amsterdam 29 oktober 2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:2990

De Hoge Raad hakt de knoop door: wel een reprise als met privégeld consumptieve uitgaven zijn betaald (JBN 2019/25)

LinkedIn
04-07-2019 | Categorie: Literatuur

Prof. dr. B.E. Reinhartz

De Hoge Raad maakt op 25 april 2019 een einde aan de controverse tussen de hoven omtrent de vraag of een echtgenoot een reprise heeft indien en voor zover met diens privévermogen gemeenschapsschulden zijn betaald. De Hoge Raad oordeelt dat er dan sprake is van een reprise.
In dit artikel behandelt de auteur allereerst de feiten van de casus. Partijen waren gehuwd in de (oude) gemeenschap van goederen. Tijdens het huwelijk zijn in drie jaren schenkingen onder uitsluitingsclausule van steeds € 10.000 ontvangen door de vrouw. Deze zijn gestort op een bankrekening die tot de gemeenschap van goederen is gaan behoren. Later zijn met dat geld gemeenschapsschulden betaald. In geschil is of de vrouw recht heeft op een reprise. Het geld was door vermenging met gemeenschappelijk geld ook gemeenschappelijk geworden. Daarna was het geld uitgegeven aan huishoudelijke schulden.
Art. 1:94 lid 5 (oud) BW bepaalt dat alle schulden van ieder van de echtgenoten tot de huwelijksgemeenschap behoren, met uitzondering van de aldaar onder a en b genoemde schulden en van de in art. 1:94 lid 3 (oud) BW bedoelde verknochte schulden. Hieruit volgt het vermoeden dat de tijdens huwelijk uit het gemeenschapsvermogen voldane schulden gemeenschapsschulden zijn. In geval van een huwelijksgemeenschap zijn ook uitgaven in verband met consumptieve bestedingen aan te merken als voldoening van gemeenschapsschulden. Hetzelfde geldt voor uitgaven in verband met de kosten van de huishouding als bedoeld in art. 1:84 BW, ongeacht hoe ingevolge deze bepaling de draagplicht ter zake van die kosten tussen de echtgenoten verdeeld is. In dit geval, waarin uitgaven zijn gedaan van de gemeenschappelijke bankrekening van partijen, geldt dus ten gunste van de vrouw het vermoeden dat deze uitgaven betrekking hebben gehad op gemeenschapsschulden, hetgeen meebrengt dat het vergoedingsrecht van de vrouw jegens de gemeenschap door die uitgaven niet aangetast is. Het ligt op de weg van de andere echtgenoot, de man in dit geval, om feiten en omstandigheden te stellen en zo nodig te bewijzen op grond waarvan het vergoedingsrecht van de vrouw jegens de gemeenschap niet (of niet volledig) geldend kan worden gemaakt.
In de conclusie van A-G Lückers (ECLI:NL:PHR:2019:58) wordt in een overzicht gegeven van de opvattingen van de gerechtshoven. Zij vermeldt daar ook de verschillende opvattingen in de literatuur. Aan de ene kant vinden wij de formele opvatting dat nu er sprake is van een betaling uit een ander vermogen dan dat waar de schuld in valt, er altijd een vergoedingsrecht ontstaat. Aan de andere kant zien wij een afweging waarin in meer of mindere mate rekening wordt gehouden met de verdere omstandigheden. In deze uitspraak heeft de Hoge Raad duidelijk gekozen voor de formele oplossing. Interessant is voorts de link die de Hoge Raad legt tussen de betaling met privégeld en het fenomeen van de kosten van de huishouding van art. 1:84 BW. De draagplicht voor die kosten staat los van het ontstaan van een reprise vanwege de betalingen van die kosten met geld dat onder uitsluitingsclausule is verkregen.
De door de Hoge Raad beoordeelde zaak speelde in een huwelijk dat was gesloten vóór 1 januari 2018. Bij huwelijken die sindsdien zijn gesloten, is de kans op het optreden van een dergelijk geschil veel groter dan bij oudere huwelijken: bij de nieuwe huwelijken zal er in de regel sprake zijn van veel meer privévermogen omdat kort gezegd in beginsel alle aanbrengsten en alle krachtens erfrecht en gift verkregen vermogensbestanddelen buiten de gemeenschap vallen. Dan is de kans veel groter dat er eens een of meerdere gemeenschapsschulden worden betaald uit privévermogen. De uitspraak van de Hoge Raad geldt ook voor deze huwelijken.

Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels onderstaande link het complete artikel raadplegen: artikel JBN 2019/25.

Naar literatuur overzicht


Naar boven

Wilt u beter adviseren over estate planning?
Meld u dan vandaag nog aan voor de meerdaagse opleiding Estate Planning Specialist

Uitgebreide Modellen Levenstestamenten
Completer dan ieder ander model, inclusief toelichting voor de levenstestateur

Kent u onze Estate Planning Tools al?
De meest geavanceerde reken- en datatoepassingen op de Nederlandse markt

Gebruiksvriendelijke Modellen Testamenten
Altijd up-to-date en inclusief een uitgebreide en heldere toelichting voor de testateur

Uniek in de markt: Aangifte Erfbelasting
Om op snelle, efficiënte en veilige wijze digitaal aangifte erfbelasting te kunnen doen

Twitter Linkedin